Nu de nachten soms het nulpunt aantikken gaat het hart van de echte schaatser sneller kloppen. In gedachten denkt deze sportman aan de misschien wel komende Elfstedentocht. Het is immers alweer vijfentwintig jaar geleden dat de Tocht der Tochten plaatsvond! Renate Wennemars schrijft in haar column voor de Stentor dat het bloed sneller gaat stromen in huize Wennemars, aangewakkerd door de onlangs opnieuw uitgezonden Elfstedentocht van 1997 door de NOS, gewonnen door de spruitjesboer Henk Angenent.
Dat veel mensen dit schaatsfestijn nog steeds een bijzondere happening vinden blijkt uit het onlangs uitgegeven boek “De Elfstedentocht van ‘97, dat alweer haar tweede druk ziet.
Weerman Gerrit Hiemstra geeft in dezelfde Stentor aan dat door klimaatsveranderingen de Elfstedentocht definitief verleden tijd is. Nog nooit zat er zoveel tijd tussen de laatste Elfstedentocht in 1997 en de mogelijke volgende, de teller hiervan staat al op 8860 dagen (gemeten vanaf 6 jan. 2022)
Dromen van een Elfstedentocht konden we vorig jaar nog, op 14 februari van dat jaar schaatsten we op de Wijthmenerplas. Hiemstra weet echter dat er toen slechts een week vorst was, echt onvoldoende om een Elfstedentocht te organiseren.
Er zijn dan meerdere weken van strenge vorst nodig om het ijs voldoende dik te krijgen.
Als we dan geen Elfstedentocht in het vooruitzicht hebben dan eens kijken wat de historie ons te bieden heeft: De eerste officiële editie vond plaats op 2 januari 1909.
De eerste winnaar was J. Schaap. De Tocht der Tochten werd totaal 15 maal verreden.
Er is veel te vinden op diverse media, maar hier is niet de plaats om dit te gaan vermelden, voor ons is het interessanter te weten of er schaatsers actief waren uit onze buurtschappen Wijthmen, Herfte en Zalné.
Willem en Rinus Mulder doen mee!
Het waren Willem Mulder en zijn broer Rinus die zich inschreven voor de negende Elfstedentocht in 1947. Deze tweehonderd kilometer lange tocht langs de elf Friese steden: Leeuwarden, Sneek, IJlst, Sloten, Staveren, Hindeloopen, Workum, Bolsward, Harlingen, Franeker, Dokkum en tenslotte weer terug te keren in Leeuwarden.
Waren zij de eerste twee inwoners uit onze buurtschappen die de Elfstedentocht verreden?
Tot viermaal toe was de datum voor de tocht uitgesteld, maar op 8 februari 1947 kwam toch het groene licht. Reden voor deze vertraging was de steeds weer opkomende dooi die de baan onveilig maakte.
Deze negende editie werd gekenmerkt door vele diskwalificaties onder de wedstrijdschaatsers door het niet naleven van de voorgeschreven regels.
Omstandigheden
Het was een van de koudste dagen van de winter 1946-1947. Er stond een snijdende harde oostenwind met windkracht 6, het vroor maar liefst 14 graden en er was veel stuifsneeuw op de baan. Bovendien was het ijs op vele plaatsen erg slecht. Deze omstandigheden maakten het dat slechts 277 wedstrijdrijders en 1791 toerrijders de finish wisten te halen.
Dit waren de omstandigheden die Willen en Rinus tegemoet traden voor de schaatstocht in Friesland.
De reis naar Leeuwarden
Willem wilde eerst eigenlijk niet mee, hij vond de omstandigheden te zwaar, maar zijn broer wist hem toch nog te overreden om de tocht samen aan te gaan.
Het tweetal was zodoende op de avond voor de wedstrijd met de trein richting Leeuwarden vertrokken.
Deze trein had zo vlak na de oorlog nog niet het optimale comfort die we tegenwoordig mogen verwachten, dit had nog te maken met de niet verrichte werkzaamheden na de oorlogssituatie. Glas was in deze trein nog niet weer in de ramen aanwezig. De openingen van de ramen waren met houten planken dichtgemaakt, dit was niet altijd goed winddicht afgesloten, maar zo moest het tweetal de reis aanvangen. “Het was echt verschrikkelijk koud” vertelde Willem eens in een interview:
“Met de pet stevig over de oren getrokken en de hele weg stampend met de voeten op de treinvloer om zo toch enigszins warm te kunnen blijven.
Vele schaatsers waren zonder slaapgelegenheid vertrokken, maar gelukkig stonden op het station in Leeuwarden vele Friesen klaar om hen een warme slaapplek aan te bieden voor de komende nacht. Wij hadden al een slaapplek geregeld bij een vertegenwoordiger van Ten Doesschate , de kruidenfabriek. Mijn broer werkte daar en zo konden wij bij deze familie Jorna een bed vinden.
De familie had drie zonen die ook al eens een Elfstedentocht verreden hadden en we konden dus mooi met hen gaan oprijden dachten we. Jammer genoeg ging geen van de zonen mee, de heren waren even het ijs op geweest, maar vonden het onverantwoord om de toertocht aan te vangen. Hier kon ik ze wel gelijk in geven”.
Samen de tocht der tochten aanvangen
Willem vervolgt: “Dus gingen mijn broer en ik samen op pad. Om ons te wapenen tegen de kou droegen we twee paar bivakmutsen met oorverwarmers. Om de handen deden we behalve handschoenen een zak die met touwtjes om de polsen werden vastgemaakt. Als schoeisel droegen we klompschoenen, dit is ideaal en lang niet zo koud als schoenen. Klompschoenen hebben het voordeel dat je niet hoeft te stoppen om je schaatsen opnieuw goed onder te binden, een keer met je voet schudden en ze zitten weer recht. We schaatsen op houtjes, Noren waren er toen nog niet.
Ergens onderweg kwamen we in contact met een man uit Arnhem. Schuilenburg was zijn naam, hij zou met ons verder oprijden. Hij kocht een schippersboom waaraan we ons vast konden houden zodat we elkaar niet kwijtraakte.
Als voedsel hadden we een grote metworst meegenomen, die helaas bevroor tijdens het schaatsen door de strenge vorst. Maar gelukkig konden we bij een verzorgingspost tegen inlevering van de helft van onze worst deze in de warme snert leggen zodat deze na een tijd weer te eten was.
Tijdens het schaatsen hebben we éénmaal de schaatsen afgedaan en zijn we hardlopend over het ijs gegaan, hierdoor werden we weer warm doordat het bloed ook in de benen sneller ging stromen”.
Het eindpunt niet als verwacht!
“Inmiddels was het half negen geworden, we stonden nu al veertien uur op de schaats en het was harstikke donker geworden. Bij de melkfabriek in Dokkum aangekomen werden we plotseling aangehouden door de politie. We moesten stoppen, de omstandigheden werden steeds gevaarlijker voor de schaatsers in het donker. Maar 24 km voor de finish stoppen, daar kun je je echt kwaad om maken maar het gaat je niet helpen! Even verdere na deze hindernis toch weer verder het ijs opgaan had ook geen zin omdat je al snel tegen de volgende politiebelemmering aan zou lopen.
Het Rode kruis was inmiddels intensief naar schaatsers aan het zoeken die misschien in moeilijkheden waren geraakt door bevriezing.
Dus we moesten het hier mee doen. Gelukkig kregen we toch een medaille”. En zo eindigde deze toch voor Willem en Rinus Mulder toch nog met een goede afloop en een goed gevoel.
Dus dit jaar geen Elfstedentocht volgens weerman Gerrit Hiemstra, misschien ga ik toch het boek kopen van de Elfstedentocht van 1997 kopen en deze eens rustig lezen op een koude zondagmorgen.
Bronnen: