Jan Willem Bartels (1927-1978) heeft ons een waardevol document nagelaten, een dagboek geschreven in de laatste acht maanden van de tweede wereldoorlog.
In schriftjes maakte hij zijn aantekeningen, compleet met zelfgemaakte schetsen.
Vandaag geven wij u een idee over zijn leven in deze periode en waarom u dit dagboek zelf moet gaan lezen.
Hij woont dan samen met zijn ouders Gerrit Willem Bartels en Aaltje Bartels-Otterman aan de Ganzepannebrug.
Als de geallieerden onze grenzen naderen vindt deze 17 jarige knaap het erg spannend worden, zo spannend dat hij zijn belevenissen aan een dagboek wil toevertrouwen.
Hij schrijft dan: “vanaf heden 16 september 1944 wil ik dit elke dag gaan bijhouden.”
Het is dan een vreemde tijd voor een jochie van 17 jaar oud, blootgesteld aan de verschrikkingen die een oorlog teweeg kan brengen.
In een kogelregen terecht komen op de Poppenallee is één van die vele zaken van deze tijd waaraan hij blootgesteld wordt.
Opmerkelijk is, dat hij toch veel kennis heeft over allerlei actuele oorlogshandelingen in zijn omgeving:
De vorderingen en de tegenslagen van de geallieerden;
Dat er in de afgelopen 4,5 jaar veel mannen tijdens razzia’s in zijn omgeving zijn weggehaald om voor de Duitsers allerlei klussen te klaren;
Hoe hij de Duitsers tracht te misleiden bij deze opgelegde verplichte werkzaamheden en daar voor een groot gedeelte ook succes in heeft;
Het plegen van sabotage door het verzet en de zeven onschuldige mensen die dan als vergelding in Berkum worden doodgeschoten.
Het ter kerke gaan is belangrijk voor hem, maar geeft ook de nodige problemen.
De angst om daar door de Landmacht “een stelletje laffe Nederlanders die vrijwillig voor de Duitsers zijn gaan werken” of door de Duitse politie te worden opgepakt is groot.
Veel mensen moeten voor de Duitsers werken, bakker Huzen uit Wijthmen had een “Ausweis” gekregen omdat hij voor de voedselvoorziening werkte.
Willem-Jan heeft voor de zekerheid daarom een schuilplaats in het hooi op een zolder gemaakt, maar moet zich ook verschuilen op het land, in de buurtboerderij en soms in de kletsnatte en koude bossen als het hem te heet onder de voeten wordt.
Het boerenleven leven gaat gewoon zijn gang, aardappel, bieten, rode wortels en knollen oogsten.
In de winter is er hongersnood in de grote steden, er komen mensen uit Den Haag, Utrecht Amsterdam of Hilversum langs de deur bij de familie Bartels om levensmiddelen te kopen.
Jan-Willem telde er op 21 december maar liefst 23!
Soms kunnen zij ook mee-eten, warm worden en later hun weg vervolgen.
Het is een triest aanblik als dat gebedel, maar deze mensen hebben bijna niets om te eten weet hij, in sommige stadsgedeelten
worden honden en katten gegeten schrijft hij.
Hij telt en beschrijft de activiteiten van militaire bewegingen op de straat, de vliegtuigen in de lucht, vooral die van de Tommies
die hun dodelijke vracht naar Duitsland brengen.
Maar ook komen uit zijn pen de aanvallen die zij – de geallieerden – plegen op treinen, op schepen, op het station in Zwolle,
kasteel Windesheim en veel meer doelen in zijn omgeving.
Jan-Willem telde met iemand ooit 1082 bommenwerpers op weg naar Duitsland.
Omdat hij dicht bij de Rijksweg woont maakt hij vele militaire verkeersactiviteiten mee van eerst de Duitsers en later de Canadezen en
krijgt zo enig inzicht in de stand van zaken over het verloop van de oorlog in zijn regio.
Daar waar het Wijthmen en Herfte aangaat meld hij op 25 oktober 1944 dat er al twee weken militairen zijn gehuisvest in de school
aan de Poppenallee. (nu het speelveldje tegenover het bloemenhuisje)
Op 8 november 1944 schrijft Jan-Willem dat een Wehrmacht kabel tussen Wijthmen en Berkum is doorgestoken,
als vergelding wordt het huis van de knecht van bakker Huzen, Dommerholt door de Duitsers in de brand wordt gestoken,
de meubels mag Dommerholt gelukkig nog weghalen.
(We praten over het latere herbouwde dubbel huis aan het begin van de Woestijnenweg)
Maar er is soms ook plezier, zo is er tijd om op nieuwjaarsdag 1945 de schaatsen onder te binden en te gaan schaatsen op de grachten op “den Alerdinck”.
Hij hoort ook het geluid van de V1 die bij Hellendoorn worden afgeschoten, als de wind tenminste gunstig staat.
Deze V1 had hij ooit op een transportwagen op de Rijksweg voorbij zien komen en dit ook toevertrouwd aan zijn dagboek.
Zijn bezorgdheid is er voor de veiligheid als het gerucht waar blijkt te zijn dat de Duitse V2 op de Mataram (nabij Wijthmen) zal worden gelanceerd, ze komen bijna over de boerderij heen!
Hij zal hierbij gedacht hebben aan de vele mislukte lanceringen op Hessum, want het kon dan erg gevaarlijk worden als er iets misging.
( Noot: In mijn onderzoek naar de lanceringen van deze V2 komt naar voren dat “het verzet” de positie melde aan de geallieerden, maar dat zij niet tot bombardementen overging, Jan-Willem echter geeft aan dat hij die bombardementen heeft gezien.)
Als vader en zoon op 13 april willen zien hoe de situatie bij hun boerderij is na de verwoesting van de Ganzepannebrug zien ze de Canadezen over de weg lopen.
Er is dan een geweldige ontlading, de tranen springen beiden in de ogen, een last lijkt van hun schouders te glijden na zoveel ellende.
Voor nu geen V2 meer, geen razzia’s, geen brandstichting, het einde van de beschietingen.
De Nederlandse driekleur, bijna vijf jaar zorgvuldig verborgen gehouden wappert nu eindelijk weer als nooit tevoren,
de vrijheid is daar en maakte ruimte voor een nieuwe toekomst.
De communicatie verloopt gebrekkig met de Canadezen, omdat ze Franstalig zijn, maar niets kan meer het enthousiasme van deze hernieuwde vrijheid onderdrukken.
Er is een traktatie op gekookte eieren voor deze bevrijders en wij kregen goede sigaretten, noteert hij in zijn dagboek.
Op 5 mei 1945 is de Duitse capitulatie in Nederland daar, Jan-Willem geeft dan in zijn dagboek aan te stoppen omdat het einde van de oorlog daar is.
Het loopt tegen de zomer en vele werkzaamheden op de boerderij vragen zijn aandacht.
Het is mooi hoe zij dit boekje afsluiten, als een soort van happy-end, er staat dan geschreven:
“Op maandag 7 mei 1945 zijn er de laatste aantekeningen en op dinsdag 8 mei viert hij zijn verjaardag.
Een mooier cadeau had hij zich niet kunnen wensen”.
===========================================================================
*Het werkje vermeld tevens:
Geschreven voor het nageslacht, waarvan hij toen geen weet had.
Opdat het verleden in de toekomst blijft
===========================================================================
Er zijn misschien nog boekjes beschikbaar, Anton Heijmerikx: Anton@heijmerikx.nl
-Vele media waaronder de Elshofbode en het Dalfsernet hebben dit dagboek onder de aandacht gebracht, Historisch Wijthmen wil ook graag de aandacht vestigen op dit bijzondere dagboek, omdat het ook een weliswaar bescheiden aandacht heeft voor onze buurtschappen en valt binnen de oorlogsverhalen die het graag willen optekenen over deze periode.
Gerard Hülsmann
Historisch Wijthmen Herfte Zalné