Het kleine buurtschap Herfte herbergt een school met een enorme omvang. Het groeide in ruim 100 jaar uit van een vereniging voor tbc-patiënten tot een vooraanstaand orthopedagogisch centrum in Nederland. Van enkele tientallen leerlingen tot wel 1600 leerlingen in 2006. Een organisatie die zo lang bestaat ontkomt niet aan de nieuwe wetenschappen, andere inzichten, nieuwe wetgeving, andere mogelijkheden van onderwijs en dus nieuwe structuren in haar organisatie. De Ambelt vormde hier geen uitzondering op. De vereniging van tuberculozen vervult tot 1932 een grote rol in de bestrijding hiervan In de 20e jaren staat het dag sanatorium centraal, van begin 30e tot de 60e jaren is dat “De Buitenschool”. Vanaf de jaren 60 vormde het internaat de motor achter de groei van de Ambelt, in de 70e jaren is deze rol toebedacht aan het dagverblijf. De kar wordt steeds getrokken door bekwamen mensen zoals dit is gebleken, mevr. Kaan, de heren Boer, Crommelin, Lindner, Prins en anderen na hen. Opmerkelijk is dat het Ambelt bestuur steeds na mogelijkheden zocht in de onderwijsstructuur om het hoofd boven water te houden en door deze initiatieven in Nederland een vooraanstaande rol kreeg toebedeeld. Onderwijswetgeving is in de ruim 100 jaren sterk aan inzichten onderhevig geweest, steeds waren er weer nieuwe wetten die een aanpassing vergde in de organisatie van de Ambelt. In een werkprogramma uit 1977 vertaalde een aantal medewerkers de filosofie van de Ambelt in de volgende slogan:
“Onze eerste opdracht is geen didactische, maar een orthopedagogische.”
Of anders gezegd:
“Wat wij motte doen is : samen een stekkie maken voor een kind.”
Waar het zich veilig voelt en waar we het samen kunnen laten groeien tot iemand die een goed plekje kan vinden in de buitenwereld. En dit is juist waar het de Ambelt over te doen was, het kind moet centraal staan.
Het grote scholencomplex “De Ambelt” in Herfte kent haar gelijke niet in onze drie buurtschappen. De verwachting van vele lezers zal zijn dat het moet zijn ontstaan in Herfte, maar niets is minder waar. Laten we even teruggaan naar de 19e, begin 20e eeuw. In deze tijd, maar ook daarvoor was tuberculose – aangeduid met haar vloeknaam de witte pest – heer en meester in de wereld. Deze dodelijke infectieziekte eiste vele, vele duizenden levens en voor een tbc lijder zag de toekomst er destijds sober en donker uit. Op 24 maart 1882 ontstaat er voor de tbc lijders hoop op genezing. Robert Koch, een Duitse medicus ontdekt de bacterie, die de oorzaak is van zoveel ellende. In vele steden ontstonden al snel maatschappelijke bewegingen om de ziekte aan te pakken. Zo ook in Zwolle, waar de Zwolsche Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose in 1907 haar oprichting vond. Als voorzitter van deze vereniging werd dr. N.J. Cuperus gekozen. Door deze oprichting werd het zaadje geplant dat zoals we later zullen zien geoogst zal worden in Herfte. Denk niet dat de oprichting van deze vereniging en ook haar leden samengesteld was uit de doorsnee Zwolse burgerij!
Het was een Aristocratenclub, voortkomend uit de gegoede burgerij met veelal een medische achtergrond. Deze Aristocraten met een liberale traditie trokken zich het lot aan van de minder gefortuneerde medeburgers.
In de bovenverdieping aan de Luttekestraat, waar tegenwoordig het restaurant Poppe gevestigd is opent de particuliere vereniging ter bestrijding van Tuberculose een consultatiebureau. De Zwolse doctoren verklaarden zich bereid tweemaal in de week één uur het spreekuur te verzorgen. Dit team bestaat uit twee doctoren en een pleegzuster, ook voorzitter Cuperus maak deel uit van dit team. Zwollenaren kunnen hier nu terecht voor onderzoek en advies. Lang huisvest het bureau zich hier echter niet, door toedoen van de gemeente werd het consultatiebureau een jaar later onder gebracht in het Passantenhuis op de hoek van de Friese Wal en de Kalverstraat.
De bestrijding van de tbc begint haar vruchten af te werpen, het sterftecijfer lopen in Zwolle terug als eveneens in heel Nederland. Het bezoekersaantal voor het consultatiebureau loopt terug en naar aanleiding hiervan besluit men slechts één maal per week spreekuur te houden. Tijdens de 1e wereldoorlog loopt echter door allerlei omstandigheden het aantal patiënten plotseling weer fors op. Dan weet de Tubercoloseverening dat er een krachtig beleid moet komen. De ziekte maakt in 1918 maar liefst 91 slachtoffers. Op het consultatiebureau vind een reorganisatie plaats om de stroom nieuwe tbc lijders in goede banen te leiden.
Hoofd van het Consultatiebureau wordt in 1919 dr. G.J. van Thienen aangesteld. Van Thienen krijgt hierdoor een allesbepalende rol in de leiding van de Tuberculose -vereniging.
Rust, goede voeding, een goede hygiëne en frisse lucht, alsmede voorlichting moeten de gevreesde ziekte bestrijden, maar dat is nu juist waar het de patiënten in Zwolle aan ontbreekt. De patiënten moeten dus ook de frisse lucht in. In 1920 weet de vereniging voor een bedrag van 650 gulden een stuk land van een halve hectare aan te kopen in het buurtschap Herfte-Veldwijk op het landgoed Helmhorst. Doel van deze aankoop is twee lighallen te bouwen, elk voor negen personen om zo rustplekken te creëren voor tbc patiënten in de buitenlucht in een bed of stoel waar ze frisse lucht konden opsnuiven. Rusten en vetmesten luid het devies. Op 18 maart 1921 houd dr. G.J. van Thienen een lezing in de Harmonie, waarin een eerste oproep gedaan word aan de Zwollenaren om geld in te zamelen voor dit doel.
Allerlei initiatieven worden er genomen, in oktober is er al een bedrag van f 16.000 gulden bijeengebracht. Er word een tekening gemaakt voor de bouw van twee lighallen met een administratiekantoor waarin een keuken, eetzaal, zuster kamer en een bergruimte aanwezig moeten zijn. In december van dat zelfde jaar kon hierdoor al de aanbesteding – die werd gegund aan de aannemer H.J. Sluiter – plaatsvinden. Intussen groeiden het bedrag van de giften aan zodat in april 1921 een bedrag van 20.000 gulden bijeen gebracht was. De beide lighallen werden gemonteerd op rails en konden desgewenst meedraaien. Op 30 juni 1922 is de feestelijke opening van het dagsanatorium, speciaal vertrekt vanaf station Zwolle een trein hiervoor en stopt op het stationnetje van Herfte-Veldhoek.
Hendrika Pool-Broer, een oud patiënt vertelt:
We vonden het heerlijk in de trein ook al was het maar een kort stukje vanaf Zwolle- Herfte-Veldhoek. Aangekomen kreeg je meteen een beker warme melk, en je ging op een ruststoel zitten en dan moesten we gaan rusten, middags ging je naar de kamer en dan kreeg je warm eten en later moest je weer een poosje rusten. Je was de hele dag aan het rusten, want als je speelt verteerd het eten sneller, het was de bedoeling dat we wat dikker werden.
Uit de provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 30 juni 1922 een beschrijving:
(…) Langs een slingerend aan weerszijden begroeid pad stijgt men naar het heuveltje, waarop de gebouwen staan. (zie foto 4) Voor het hoofdgebouw heeft de heer Lubbers reeds een aardig plantsoen gemaakt, dat echter nog maar voorlopig is, in het najaar zal hij aan ’t werk trekken om den aanleg geheel in orde te maken. Wat er nu reeds is geeft aan het gebouwencomplex een vrolijk en vriendelijk aanzien. Daartoe werken zeker niet minder de heldere kleuren mee, waarin de gebouwtjes geverfd zijn. Groen en bruin zijn de kleuren, de hallen zijn van binnen licht geschilderd, voor de ramen van het hoofdgebouw zijn frisse witte gordijntjes en in de vensterbanken en in bakken voor de hallen prijkt het lak rood van bloeiende geraniums.
Dat alles moet de maaltijden voor hen, die aan de grote tafel zitten, tot een dagelijks terugkerend genoegen maken. Naast de eetzaal ligt de keuken, van waaruit door een loket de spijzen kunnen worden aangereikt en achter de keuken is een bijkeuken voor het wassen van de vaat e.d. Een frisse kelder geeft gelegenheid de melk koel te bewaren. Verder zijn er in het hoofdgebouw nog twee kamertjes, een voor de leidster, zuster Rolf, en een dat als ziekenkamertje is ingericht, dat in geval van nood dienst kan doen. In het kamertje van de zuster heeft tevens het onderzoek der patiënten plaats. De watervoorziening in het gebouw geschiedt door een nortonpomp, die 11 meter diep geslagen is en waarmee een reservoir volgepompt wordt. In de hallen staan de 24 ligstoelen, gereed, naast elke stoel staat een tafeltje, boven elke stoel hangt een temperatuurlijstje. De hallen kunnen des nachts afgesloten worden door rolluiken. (…)
De dagindeling in het sanatorium is als volg en we volgen de courant weer: (…) Voorlopig vertrekken de patiënten om 9.35 uur uit Zwolle, zodat ze om 10 uur in het sanatorium aankomen. Wellicht zal hierin verandering komen, indien door de directie der spoorwegen toegestaan wordt, dat een van de ochtendtreinen naar Meppel bij het blokhuis Herfte stopt. Dan zullen de bezoekers al vroeger arriveren, zodat ze dan ook in het sanatorium ontbijten. Voorlopig komen ze echter om 10 uur. Na zich verfrist te hebben, drinken ze een glas melk en dan is er van half elf tot half twaalf een uur rust, dat op de ligstoelen wordt doorgebracht. Om half twaalf wordt weer melk gedronken en om 12 uur wordt voor de mannen het middagmaal opgediend.
Om kwart voor één gaan ze terug naar de hallen, waar van één tot drie uur gerust wordt. In de rusttijd mag er niets gedaan worden.
Na drieën is er betrekkelijke vrijheid en om half zes is het tijd voor het avondeten. Van zes uur tot kwart over zeven zijn de patiënten weer in de hallen, waar dan niet de strenge voorschriften van de rusttijd gelden en om half acht vertrekken de patiënten weer naar het station.
Voor de vrouwen is de indeling dezelfde, met dit verschil, dat ze om 1 uur middagmalen, van 2 tot 4 rusten en om zes uur het avondmaal nuttigen. De zondag brengt enige afwisseling in den dagelijkse gang, want dan wordt er des morgens een kopje koffie en ’s middags thee geschonken. Het behoeft niet gezegd te worden, dat het voedsel krachtig en voedzaam is. Men kan zich wel voorstellen wat het resultaat moet zijn van enkele maanden kuur op deze wijze doorgebracht, vooral voor hen, die door rust, zuivere lucht en gezonde voeding nog kunnen voorkomen dat ze worden aangetast door de Tuberculose. Met de trein van 8.03 reisden de patiënten dagelijks met een stoomtreintje vanuit Zwolle naar het stationnetje in Herfte op en neer.
De bezetting van de lighallen begint langzaam maar zeker uit meer kinderen te bestaan en zij krijgen tot dan alleen een goede voeding, een goede hygiëne, rust en frisse lucht. Dan ontstaat de noodzaak om de kinderen die niet ernstig ziek zijn bezig te houden en ontstaan tevens bij de ouders de wens om naar een methode te zoeken die de kinderen niet te ver achter laat raken op school. Getracht word om de kinderen die worden verpleegd dan enige kennis bij te brengen door zo nu en dan een paar oud-onderwijzers enige middagen in de week les te laten geven, dit zou het begin van het onderwijs op de Ambelt zijn.
“Maar dit is lapwerk” geeft van Thienen aan op een oudermiddag in juli 1934. “De gezondheid gaat vooruit, maar het onderwijs blijft achter, onderwijs aan deze zieke kinderen voorkomt leerachterstanden”. Nee, van Thienen wil meer. Zijn droom is een buitenschool bouwen, maar dit lijkt op korte termijn niet haalbaar eerst zullen allerlei activiteiten moeten worden opgestart om de benodigde gelden bij elkaar te krijgen.
De droom van van Thienen komt betrekkelijk snel uit.
De vereniging is met stomheid geslagen als ze vernemen dat het voormalig schoolhoofd Gjalt Kuiper de vereniging bedacht heeft als zijn erfgenaam. Dit blijkt een flinke erfenis te zijn in grootte van ongeveer 20.000 gulden die de vereniging in 1927 kan bijschrijven op haar rekening.
Gjalt Kuiper, wiens kinderen aan tuberculose waren overleden wilde door deze erfenis wellicht andere kinderen dit lot besparen. In november 1928 wordt het landgoed “De Ambelt” in veiling gebracht.Door de Kuipererfenis is de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose in staat dit landgoed dat grenst aan haar eigen dagsanatorium aan te kopen voor 15.000 gulden. Het perceel is bijna 4 hectare groot, de veilingadvertentie in 1928 maakt verder melding van een bijzonder aangenaam gelegen buitenplaats bestaande uit een uiterst solide gebouwde en zeer geriefelijke ingerichte villa, bevattende:
Beneden: Een hal, zitkamer, eetkamer en twee slaapkamers, kelder en keuken.
Boven: Drie slaapkamers, zolder en vliering.
Voorts garage, schuur, veestal voor een 12 tal runderen met grote hooizolder, kippenhoek en getimmerten, voorts een siertuin en een moestuin en boomgaard.
Na de aankoop van dit landgoed komen er acties om tot de bouw van een school te komen.
Het gemeentebestuur van Zwollerkerspel begrijpt ook de behoefte en de noodzaak om deze buitenschool in Herfte te bouwen en behandelt met spoed alle nodige formaliteiten.
In april 1932 is het dan zover, in tegenwoordigheid van het bestuur van de Tuberculose-vereniging te Zwolle en enkele autoriteiten wordt de eerste steen gelegd voor de nieuwe buitenschool op het landgoed. De heer van Thienen, voorzitter van de vereniging meent dat voor vele kinderen de buitenschool een zegen zal zijn en staat ook stil bij de Kuipererfenis die is ontvangen. Met paraplu’s en regenjassen gewapend gaat men naar de al uit de grond komende Buitenschool, waar Margrietje van Thienen, de jongste dochter van van Thienen de eerste steen legt.
Onder grote belangstelling vindt in juli 1932 de officiële opening van de zo gewilde buitenschool plaats onder toezicht van vele autoriteiten waaronder de heer U.P. Cavaljé burgermeester van Zwollerkerspel. Er zijn veel lofuitingen naar diverse personen en instanties, de school oogst veel bewondering, de praktische installatie, de fijne uitvoering.
Ook gaat iedereen staan ter gedachtenis aan de heer Kuiper die van Thienen memoreerde in zijn toespraak. In groepen gaan de bezoekers vervolgens de school bezichtigen, maar niet voordat de heer Cavaljé de vlag heeft gehesen ten teken van de opening van deze eerste openluchtschool van Overijssel.
De courant schrijft verder:
In Herfte’s prachtige omgeving, niet ver van het station Herfte-Veldhoek, te midden van weilanden en bosschages op het landgoed „De Ambelt”, bestaande grotendeels uit bos. Een oprijlaan met aan weerszijden prachtige coniferen, voert naar de villa “de Ambelt”, nu de woning van het hoofd der buitenschool, mevrouw Kahn Hoffmeyer.
Van Thienen vertelt: “Toen de Ambelt werd gekocht begonnen wij met de voorbereiding. U begrijpt dat er heel wat werk nodig geweest is voordat de stichting van deze school haar beslag had. Het moest gebaseerd worden op de wet voor bijzonder onderwijs, terwijl wij vele dispensaties etc. nodig hadden voor onze natuurlijk zéér bijzondere school.
Aanvankelijk lag het in onze bedoeling een schoolvereniging te stichten buiten onze vereniging om, teneinde de mensen te verhinderen direct verband te leggen tussen onze Tuberculose-vereniging en de school. In verband met de nalatenschap kon dit echter niet zonder zeer hoge kosten te maken en zo kwam de school toch op naam van onze vereniging.
In dankbare herinnering aan onze schenker hebben wij de school „G. Kuiper-school” genoemd.
Het gehele complex “de Ambelt is nu als volgt verdeeld:
De villa is bestemd tot woonplaats van het hoofd der school. In een vleugel is de eetzaal voor de kinderen ingericht. De vroegere stal bij dit huis is geheel en al verbouwd tot badinrichting, de kinderen nemen er twee maal per week een douche en er is een onderzoekkamer voor de dokter. Dan hebben we de lighal voor de schoolkinderen, die tussen de middag, na den gemeenschappelijke maaltijd, rust moeten nemen. Vanaf de villa gezien tussen de bomen door, kunt U de nieuwe school zien. Verder bevinden zich op ons terrein de twee schoolputten, die geheel en al beschut tegen de wind liggen en waar, als ’t weer het toelaat les wordt gegeven. Ook de gewone school laat zoveel licht en lucht toe, dat de kinderen ook daar als het ware buiten zitten. (Frisse lucht blijft een belangrijk uitgangspunt) Achter op ons terrein bevinden zich de bekende lighallen van het dagsanatorium die wij tot nu toe hadden en waaraan niets veranderd is.
De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 1932 geeft een beschrijving van het gebouw:
(…) Een mooi laag gehouden geheel, een verdieping. Voor het gebouw een groot grasveld, waardoor in de as van de school, een pad naar den ingang. Prachtig past dit gebouw, ontworpen door de Zwolse architect H. J. de Herder en uitgevoerd door de firma Spanhaak, zich bij de omgeving aan. Grijze baksteen, rode dakpannen, stalen ramen en deuren. De school bestaat uit 2 leslokalen en 1 lokaal voor handenarbeid. De modern uitgevoerde lokalen zijn een lust voor ’t oog. De wanden, staal en glas, kunnen aan de voorzijde geheel weggeschoven worden, zodat als de kinderen door de weersomstandigheden geen les in de kuilen kunnen krijgen,
ze hier toch als ’t ware buiten zitten. Bovendien zorgen elektrische straalkachels, boven in het lokaal aan de zijkanten aangebracht, en elektrische stoven onder de voeten der kinderen, dat er van kou geen sprake kan zijn. Het spreekt wel vanzelf, dat aan goede verlichting, uitstekende toiletten in de gangen etc., etc., in deze moderne school de uiterste zorg is besteed. De soberheid van kleur, de mooie verdeling van ’t geheel, doen weldadig aan. Achter de school bevinden zich de ruime speelterreinen
De leskuilen vormden een bijzondere sensatie, er werd zoveel mogelijk les geven in de buitenlucht omdat dat de gezondheid goed doet. Het was een ruimte waar een twintig tal kinderen kunnen zitten.(…)
Een oud-leerling van de Ambelt vertelt:
“De leskuil was een vierkant gat in de grond omgeven door een behoorlijk hoge aarden wal, die wal was op een plaats open en met een trapje ging je naar beneden. De bodem was bedekt met grind en daar stonden onze banken in en ook nog een bord, verder stonden er kastjes voor onze leermiddelen in op te bergen. In die kastjes zaten soms vogelnestjes en als we de klep open deden dat fladderde er plotseling een vogel uit, we waren er al aan gewend geraakt.
Hierboven een viertal foto’s van de leskuil vanuit verschillende kanten bezien (foto 23 t/m 27)
Er werd zelfs onderwijs gegeven in leskuilen in de sneeuw, je bleef zelfs tot een graad of 4 onder nul buiten zitten, het was er koud. Je had een blauwe capeachtige zak aan je voeten. De handschoenen die men aan had waren bij de vingers open zodat je toch kon schrijven, een wollen muts op en een sjaal om, maar hierop viel nauwelijks te kleden. Ging het regenen dan gingen we naar binnen, de harmonicadeuren bleven open staan, met straal kachels boven ons hoofd en voor de voeten hadden we stoofjes. Het verschil met de nieuwbouw was daar geweldig ten opzichte van het les krijgen in die leskuilen, heerlijk warm!
Mevrouw Kahn-Hofmeyer vertelt:
„De buitenschool” zal veertig leerlingen bevatten, die zeven klassen vormen, waaraan ik en mijn assistente, mejuffrouw Grobben les geven. Het spreekt wel vanzelf dat het onderwijs bijzonder individueel is. Met de steeds wisselende bezetting van de school moet telkens weer gekeken worden hoe ver de leerlingen zijn.
Contact met de hoofden der scholen waar de kinderen vandaan komen is dus zeer noodzakelijk.”
„En hoe reageren de kinderen op het les krijgen buiten?”
„Ze vinden het heerlijk! Ze genieten onder het leren. Het buitenissige went gauw en ze kunnen hier uitstekend geconcentreerd werken. Ik heb ze opstellen over de buitenschool laten maken en het is aardig om te lezen hoe enthousiast ze er allen over zijn.” We gingen nog een kijkje nemen bij de oude lighallen.
„Hier is ons werk dus begonnen“, zei dr. van Thienen.
„Wij hadden destijds niet kunnen denken dat ons werk zo, en op deze wijze zou uitbreiden. Op den terugweg bekeken we nog de tot badlokaal ingerichte stal. Wat ziet alles er keurig verzorgd uit! Een tiental douchehokjes en een kuipbad bevinden zich er, terwijl er tevens een ruime kamer voor dokter onderzoek is. Vlak erbij vinden we de lighal der schoolkinderen, waarbij tevens een ruimte is om te turnen.
„We moeten goed uit elkaar houden”, aldus merkte dr. van Thienen nog op, „dat wij hier twee groepen kinderen hebben: de kinderen van de lighallen, de zogenaamde Herfte-kinderen en de kinderen die de buitenschool bezoeken. De Herfte-kinderen liggen in de lighallen en staan onder toezicht van zuster J. C. Wallinga. Als deze kinderen hiertoe in staat zijn, en velen zijn dit uit den aard der zaak, bezoeken zij de school. Hun eetzaal ligt echter, zoals U gezien hebt, bij de lighallen. Hierdoor wordt het ook minder druk, dan als ze allen bij elkaar zouden zijn. Beide groepen kinderen komen ‘s-morgens gelijktijdig aan, doch de buitenschoolkinderen gaan om 5 uur weg, de Herfte-kinderen blijven dan nog wat rusten of spelen en gaan eerst om 9 uur weg.
En hoe gaat het met de kosten voor de maaltijden?
„De kinderen betalen in de eerste plaats het gewone schoolgeld”, aldus dr. van Thienen, „de verdere kosten betaalt de vereniging. Er zijn echter verschillende ouders die in de voedingskosten bijdragen. Maar U begrijpt, vele ouders kunnen dit niet. Wij vertrouwen echter dat wij van allerlei kanten steun zullen krijgen, zodat wij dit werk, dat van zo’n groot belang is voor de volksgezondheid, kunnen volhouden”. Hiermee was een einde gekomen aan de bezichtiging van deze buitenschool, de vierde in Nederland. Zwolle, en de oprichters in het bijzonder, kunnen trots zijn zo’n fraaie openluchtschool te bezitten, die zeker niet onderdoet voor die in Arnhem, Dordrecht en Katwijk en deze zeker wat betreft de gunstige ligging overtreft!
De Ambelt is opgericht als een school voor gewoon basisonderwijs, maar de Ambelt is alles behalve gewoon. Door koninklijk besluit nog de Ambelt zicht vanaf 1949 nestelen onder het speciaal onderwijs. Die erkenning opent de weg naar uitbreiding. Op de Ambelt komt onderwijs niet op de eerste plaats zoals we hebben gezien, de lichamelijke en psychische conditie van de kinderen staan voorop.
In het onderwijsprogramma is daarom veel aandacht voor handenarbeid, toneel of lichaamsbeweging. In de jaren 50 verzamelen enthousiaste Zwollenaren geld in voor een zwembad en een kinderboerderij. Deze vrijwilligers richten in 1953 een Stichting “Vrienden van de Ambelt” op die allerlei buitenschoolse activiteiten mogelijk maakt. Voorzitter van de vereniging is P. West. Halverwege de jaren 50 komt er een einde aan de periode Kaan-Hoffmeyer als hoofd der School, ze verliet de school en liet een huis in de buurt bouwen.
De heer Gé Boer volgt haar op. Door de Boer in huis te halen wordt de Ambelt op weg gezet naar een gigantische uitbreiding.
De Zwolse buitenschool gaat een nieuw hoofdstuk in, de leskuilen maken plaats voor vele klaslokalen. Het bestuur van de Zwolse Vereniging tot Bestrijding der Tuberculose neemt in 1959 het besluit om op eigen terrein een woning te bouwen voor de opvang van vijf á zes kinderen, een besluit zo zou blijken met verstrekkende gevolgen.
De Boer volgens het hoofd bedrijfskantoor Harry Preusterink:
Een ouderwetse autoritaire schoolleider, een kleine dictator maar wel een man met het hart op de goede plek als je met hem op kon schieten. Hij was een grote persoonlijkheid, als hij ergens binnenkwam beheerste hij de situatie.
Een grote kwaliteit van hem was dat hij het personeel door de ogen van de kinderen kon laten kijken. Altijd begrip wat ze ook maar deden.
In navolging van mevr. Kaan-Hoffmeyer wil de directeur de Boer een internaat op de Ambelt beginnen. In 1961 gaat het eerste internaat officieel van start met acht kinderen. De internaten werden later groeps- en gezinshuizen genoemd en in de volgende 15 jaar zou er nog een dozijn uitbreidingen volgen. Het internaat zou een van de meest winstgevende delen worden. Riek en Aalt Petersen waren de groepsleiders ofwel de vader en de moeder van dit eerste internaat.
Aalt vertelt:
Er kwamen nu kinderen bij ons die thuis niet te handhaven waren, hun leerprestaties liepen terug en ze kwamen onder de kinderbescherming en er dreigde soms onder toezichtstelling. Eerst hadden we kinderen uit Zwolle, maar naarmate onze reputatie groeide kregen we kinderen uit Groningen Schiedam, echt overal vandaan. Er kwamen jongens en meisjes, voornamelijk jongens die echt moeilijk opvoedbaar waren. Petersen had zo zijn eigen methoden om de kinderen wat duidelijk te maken:
Geen halfslachtige zaken, ja is ja en nee is nee. Het ging er best gemoedelijk aan toe. De dagelijkse gang van zaken was opstaan, wassen en ontbijt met vaak Brinta en dan naar school. Een kamer bestond uit 3 bedden waaronder een stapelbed. Overdag hadden ze de kinderen niet, dan moest de boel netjes worden gemaakt.
Om 16.00 u kwamen de kinderen weer terug (ze hadden op school warm gegeten) en dan was je vader en moeder van 12 kinderen. Ondertussen kwamen er meer aanmeldingen dan dat er plaats was, soms werd er ergens een bed bijgeschoven, maar dat was niet te doen. Zo moest er dus een internaat bij worden gebouwd. De internaatvoorziening van de Ambelt bleek aan een duidelijke behoefte te voldoen. Eind 1961 waren er al 11 kinderen in het internaat, aan het einde van het schooljaar was er een overbezetting van drie kinderen. (Directeur Boer nam toen zelf twee kinderen in huis) Intussen bleven de aanmeldingen binnenkomen, uitbreiding met nog een internaat bleek financieel niet haalbaar. Men koos voor de goedkoopste oplossing namelijk voor het huren van “een woonkeet”, een geel gebouwtje van hout dat al snel de naam “Keet” kreeg. (zie foto 32) Stond je voor het stenen internaat dan stond het aan de rechterzijde, het kon zes kinderen herbergen. De aanmeldingen bleven maar binnen komen en na een jaar later zaten beiden internaten alweer vol. De Boer had inmiddels in zijn woning al 6 kinderen onderdak gegeven, een situatie die niet te handhaven viel en om een oplossing vroeg. Er werd naar een permanente grootschalige uitbreiding gekeken, maar opnieuw stond de financiële situatie de vereniging in de weg. Een verduurzaamde keet van asbest bood uitkomst, men ging niet meer huren maar kopen. In deze keet Jarino genaamd konden 16 kinderen terecht, verdeelt over twee groepen. (zie foto 35)
In 1965, een jaar na de bouw van de Jarino was het alweer dringen geblazen in de dan drie internaten, ook was er wederom een aanzienlijke wachtlijst ontstaan. De vereniging was door al haar reserves heen en besloot één jaar lang niet te bouwen. Leerkracht Leen Akkers nam na het voorbeeld van directeur de Boer twee kinderen in huis. Een uitbreiding was echt noodzakelijk. In 1967 plaatst het bestuur weer een houten gebouwtje, plaats bieden aan weer 16 leerlingen. Dit gebouwtje, “Het blauwe Huis” werd in de buurt van de kinderboerderij gebouwd.
Voor het toekomstperspectief voor de uitbreiding van de buitenschool opperde de controlerend arts Verhagen, later voorzitter van de vereniging al in 1958 om een kleuterdagverblijf op te richten, alsmede een school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. (LOM) Door het Koninklijk Besluit van 1949 vormde de groei van het LOM onderwijs een indicatie van een verschuiving van de aandacht van medische obstakels in de ontwikkeling van kinderen naar psychische en sociale belemmeringen. In principe stuurde de Ambelt al zo’n school aan. Maar intussen ontwikkelde de gemeente Zwolle plannen om een eigen LOM school op te richten zoals in vele steden de gewoonte was. Een inpassing of samenwerking met de Ambelt lijk in beginsel een goede oplossing om ook de onderlinge concurrentie tegen te gaan. Echter er ontstaan naast de vele verschillen in denkwijze een conflict dat zich toespitste op het toelatingsbeleid van de kinderen. De gemeente Zwolle verbind aan de subsidies aan de Ambelt dat alle Zwolse kinderen door een schoolartsendienst gekeurd moeten worden. De Zwolse schoolarts mevrouw van Doeschate maakt deel uit van de gemeentelijke toelatingscommissie. Deze arts had in het bestuur van de tuberculosevereniging gezeten en was hierin 1949 uitgestapt omdat zij vond dat er duidelijke regels voor opneming en ontslag van de leerlingen van de buitenschool moesten komen. Van Doeschate blokkeerde nu in de commissie de toelating van Zwolse leerlingen tot de Ambelt die doorverwezen werden door het plaatselijke Medisch Opvoedkundig Bureau, dan een van de belangrijke leveranciers van leerlingen voor de Ambelt. Het resultaat is dat vrijwel geen leerling uit Zwolle bij de Ambelt terecht komt, alleen werkelijke zieke kinderen worden doorverwezen. De gemeente besluit dan buiten de Ambelt om tot de oprichting van een LOM school, die op 16 juli 1966 geopend word. Om te groeien en om haar eigen zelfstandigheid te bewaren moet de Ambelt zich concentreren op een werkgebied buiten Zwolle en op het internaat. Door deze weg in te slaan vind er in de jaren een grote groei plaats naar 205 leerlingen in januari 1973, uit Zwolle komen dan nog slechts zeven leerlingen. Een ordinaire bestuursruzie uit 1949 droeg dus in belangrijke mate bij aan de groei van het Ambelt-internaat in de jaren 60 en 70. De Ambelt schroeft het aantal leerlingen op door een afdeling Uitgebreid Lager Onderwijs op te starten. Nu was de Ambelt altijd een school voor lagere onderwijs geweest, maar het Koninklijk Besluit uit 1949 stond dit bij de schoolvormen als die op de Ambelt toe. Op 1 april 1968 is er weer een onderwijsuitbreiding, nu met een school voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen. (ZMOK) Hierdoor werd een gedeelte van de school opgesplitst en omgezet naar een ZMOK school, een school waar de individuele begeleiding beter is voor dit soort kinderen.
Carel Lindner (zie foto hierboven) is dan directeur onderwijs. Een gedachtegang die hij heeft over deze kinderen is dat kinderen die niet lang stil kunnen zitten en moeilijkheden hebben met het leren, die moet je nog iets anders geven. Een bezigheid die ze graag doen en waar ze zich in uit kunnen leven en zo een ongemerkte beloning kunnen geven. Als ze paardrijden leuk vinden bijvoorbeeld en je wilt niet leren dan kan ik niet zeggen ga maar paardrijden! Het één hoort bij het andere. Maar er waren natuurlijk ook andere activiteiten die de kinderen aanspraken. Boer en Lindner vormde het ideale team om de kar van de Ambelt te trekken.
Het pragmatische en de diplomatieke gaven van Lindner bleken een goede aanvulling op het organisatievermogen van Boer. Door de inbreng van Lindner verbeterde de verhoudingen met diverse autoriteiten. Beiden waren mannen uit de praktijk, die het moesten opnemen tegen een nieuwe generatie wetenschappers. Op bestuurlijk niveau was er nog een derde hoofdrolspeler binnen het orthopedagogisch centrum en wel in de persoon van mr. W.J.E. Crommelin. Crommelin was de laatste burgemeester in 1967 geweest van de gemeente Zwollerkerspel en was nu gedeputeerde van Overijssel. Hij woonde in landhuis Boschwijk, de voormalige woning van de dichter Rhijnvis Feith (1753-1824). In 1966 is Crommeling voorzitter van de Vrienden van de Buitenschool. Het volgende jaar neemt hij de voorzittershamer van de van de tuberculosevereniging over. Hij zou hier maar liefst tot 1986 voorzitter blijven van deze vereniging. Onder leiding van Boer, Lindner en Crommelin groeiden de Ambelt uit tot één van de vooraanstaande orthopedagogische centra van Nederland
Harry Preusterink over Lindner en Boer:
Lindner was wel een erg zuinig man, als je handenarbeid had en je wilde verf hebben, dan moest je zelf de jampotjes mee van huis nemen, was je aquarel aan het tekenen dan deed hij bij de verf een scheut water waardoor de verf erg dun werd, hij presteerde het zelf om de potloden middendoor te zagen, kreeg je dan een potlood, dan was dus een half potlood. Een gummetje sneed hij ook door, want een heel gummetje was toch wel erg veel. Hij was een zuinig man.
Hij was hoofd van de school, had oog voor verslaggeving, leermiddelen, probeerde leerkrachten daarin te stimuleren, de Boer had meer een overallvisie hoe hij de Ambelt zag, combinatie met onderwijs internaten allemaal onder één noemer. Lindner was wat dat betreft veel meer een onderwijsman. Ze voelden elkaar voortreffelijk aan, Boer, een man wat je nu zou noemen een peoplemanager, Lindner een man met een geweldige pen en het uitstekend kunnen verwoorden naar instanties, naar overheden om over de brug te komen met wat wij allemaal nodig hadden.
Er is nu de mogelijkheid voor leerlingen om na hun basisschoolperiode hier verder te leren. De meeste leerlingen kiezen voor een praktijk gerichte opleiding, anderen kiezen voor een MAVO of zelfs voor een HAVO diploma. Ook is er de mogelijkheid om Beroepsonderwijs te volgen. Diverse VBO-opleidingen kregen vorm op de Ambelt, zo was er een tuinbouwafdeling en was er plaats voor technische vakken voor de voorbereidingen op de Lagere Technische school, leerlingen gingen meelopen met de eigen huisschilder, loodgieter of timmerman. Vanaf 1980 konden ook tweedejaars leerlingen hier lessen volgen in rijwiel- en bromfietstechniek. Het boekbinden stond in deze jaren ook erg in de belangstelling, zo werden week- en maandbladen ingebonden. Het HAT-huis was de plaats voor de opleiding in dit vakgebied. Een derde mogelijkheid op het voorbereidend onderwijs was het Huishoudonderwijs, deze afdeling stond onder leiding van mevrouw Boer. Naast de gewone schoolvakken kunnen leerlingen op de Ambelt ook zwemmen, judoën, pottenbakken en paardrijden, voetballen, tafeltennissen, dammen en schaken. Het gevolg van deze naschoolse activiteiten was dat de kinderen ook mee gingen doen met de voetbal- en schaakcompetitie in Zwolle. De filosofie van de Ambelt blijft dat vastgelopen kinderen meer nodig hebben dan onderwijs alleen. Ze moeten eerst het plezier in de school terug krijgen.
Begin zeventiger jaren groeide de Ambelt als nooit tevoren, in vier jaar tijd verdubbelde het aantal naar 300 leerlingen waarvan er ruim 100 intern verbleven. Om in de behoefte aan internaatplekken te voorzien waren dus gebouwen nodig, het oog van de verenging viel op een viertal boerderijen om het eigen terrein. Zo werden de boerderijen de Hulshof, de Eikenhof, de Berkhof en de Westerhof aangekocht en genoemd naar hun laatste bewoners. De Berkhof werd in de volksmond ook wel Nico’s Hoeve genoemd naar de voorlaatste eigenaar Nico Baggerman. Juist deze Baggerman had 50 jaar eerder de grond voor het sanatorium in 1920 aan de vereniging verkocht.
Maar naast de aankoop van deze boerderijen en de uitbreiding met gebouwen op eigen terrein koopt de vereniging in 1968 huize Sorghvliet aan, dit houten landhuis ligt verscholen tussen de bomen en heeft een ruime kavel. Naast het huis was een zandafgraving uit de tijd van de aanleg van het spoor Zwolle-Dalfsen waardoor het wat hoger in het landschap leek te liggen.
Het gebouw zal dienen als internaatwoning voor twee groepen van 8 kinderen. De grootte van de kavel bied de mogelijkheid tot diverse bouwplannen, eerst is er de bouw in 1971 van een directeurswoning, zodat de oude directeurswoning kan worden ingericht als administratief centrum. (het Witte Huis, dus villa de Ambelt) Ook komt er een tweede kinderboerderij, waarvan de bouw in het najaar van 1971van start gaat op het nieuw aangekochte perceel. Op het terrein van Sorghvliet bevind zich ook een koetshuis, dat in 1974 beschikbaar komt als eengezinswoning voor vier kinderen, maar door aanhoudend ruimtegebrek spoedig plaats zal bieden aan acht kinderen. In 1975 is er op de Ambelt door uitbreiding van het leerlingen aantal de noodzaak weer aanwezig voor middelen tot huisvesting van leerlingen.
De Ambelt koop het Kastjeshuis aan voor 130.000 gulden. Het houten gebouw ligt tegenover Huize Sorghvliet aan de overzijde van het spoor, in januari 1976 nemen de eerste kinderen hier hun intrek.
De zorg voor de kinderen in de gezinshuizen word toevertrouwd aan echtparen, de groepshuizen hadden twee vaste leiders per groep. Elke groep opereerde zo zelfstandig mogelijk, deze opzet meende men gaf overzicht en houvast voor de veelal ontwortelde kinderen. Ook is er de bouw van een nieuwbouw woning waarvan de oplevering in 1975 plaats vind. De aankopen konden plaatsvinden door de welwillendheid van de bank, de Rabobank voegde de diverse hypotheken samen tot een nieuwe hypotheek van 1,3 miljoen gulden. Op 1 oktober 1976 gaat men van start om de eerste autistische kinderen op te vangen in de Westerhof, zie bovenstaande foto van dit boerderijtje.
Dan is er een nieuwe ontwikkeling in 1972, directeur de Boer zou graag een huis in de stad willen hebben, niet voor zichzelf maar voor sommige kinderen. Hij zit te denken aan een sluisinternaat om de leemte op te vullen tussen de beschermde Ambelt en het leven in de maatschappij. Het sluisinternaat moest de opzet krijgen van een gezinshuis met een echtpaar aan het hoofd. De vereniging huurt in 1973 twee naast elkaar gelegen woningen in de Dolard-flat in de Aa-landen in Zwolle. Hier ontstond een veel minder groepsgevoel dan op de Ambelt.
In 1977 komt er een einde aan de periode Boer, het valt niet mee om een geschikte opvolger voor hem te vinden. Pas drie jaar later lukt het om een nieuwe directie samen te stellen met Carel Lindler als Algemeen directeur. De huidige vereniging die in 1907 nog als doel had de tuberculose te bestrijden, was in de loop der jaren zoals we zagen uitgegroeid tot een orthopedagogisch centrum van formaat. Het doel de bestrijding van de tuberculose stond nog steeds in het vaandel, maar was niet meer de prioriteit van de vereniging. In 1975 deed een inwoner van Zwolle als laatste een beroep op de vereniging. Eind jaren ’70, na de invoering van het nieuwe verenigingsrecht ontkomt de Ambelt niet meer aan een statuutwijziging van haar vereniging. Op 7 december 1979 ziet de nieuwe Stichting Orthopedisch Centrum de Ambelt het levenslicht. In 1980 komt er een einde aan het experiment van de Dolard-flat opgezet door Boer, voor deze soort van woonvorm. Gebrek aan leiding van bovenaf doet dit experiment de das om.
In 1982 viert de Ambelt haar 75e jarig bestaan, het wordt een groots feest. Zelfstandigheid is echter een onmisbare schakel, het bestuur start een nieuw project, de geleide kamer-bewoning aan de Philosofenallee in Zwolle, in de gedachtegang van de voormalig algemeen directeur. Het doel van deze doorstart was dat men expertise wilde opbouwen met zelfstandigheid trainingen om in de toekomst flexibel op ontwikkelingen te kunnen inspringen. Hier woonden de jongeren werkelijk zelfstandig naar hun Ambelt periode. Ze gingen hier een poosje wonen alvorens zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij. Er was hier wel begeleiding. Later zou de overgang van groeps- en gezinshuizen naar het begeleide woontraject nogal groot blijken te zijn. Er word in 1984 een pand aan de van Karnebeekstraat aangekocht met zeven slaapkamers. Dit pand diende als een zogenaamde fasehuis. De leerlingen werden in drie fases gereedgemaakt voor het maatschappelijke leven, een geleidelijke aanpak dus. De jongens en meisjes hebben een ruimere zelfstandigheid en staan dichter bij het alledaagse stadsleven. Na een verbouwing in 1984 start daar een groep van een achttal jongeren dit nieuwe traject. Dankzij dit eigen initiatief beschikt de Ambelt dan over 20 residentiële plaatsen in de Zwolle. In 1987 is er de aankoop van een woning aan de Anijskruidweg, in 1988 volgde nog eens drie huizen, hiermee werd een capaciteit van 32 bedden gehaald. Bezuinigheden van overheidswege slaan toe in het onderwijs. De Ambelt weet nog redelijk aan de bezuinigingen te ontkomen, maar halverwege de jaren 80 gaan de meeste buitenschoolse activiteiten wel verloren. Ook de internaatafdeling gaat haar eigen gang. De bezuinigingen en beleidswijzigingen hebben gevolgen voor de internaten in Herfte. De residentiële afdelingen komen steeds meer op eigen benen te staan en ook de dagbehandeling van kinderen tijdens schooldagen wordt steeds meer afgebouwd. Hierdoor moet de jeugdhulpverlening steeds meer taken als behandeling, verzorgen en de vrijetijdsbesteding opstarten en werden nieuwe medewerkers aangetrokken om de kinderen een gerichte behandeling te kunnen geven. Deze behandeling vind plaats aan de hand van pedagogische werkplannen.
Op 1 augustus 1986 vind de officiële ontkoppeling van het dagverblijf en de onderwijsvoorzieningen plaats. Een afgeslankte vorm van onderwijsvoorzieningen blijft in stand voor kinderen met een zwaardere problematiek. Een belangrijk punt voor de ontmanteling van het dagverblijf is dat de schoolweek van 35 uur terug ging naar de wettelijke voorgeschreven 26 uren. Op 1 augustus 1984 gaat Lindner met pensioen. De inspecteur noemde dit het einde van een tijdperk. Hij was als opvolger van Boer de verpersoonlijking geweest van de Ambelt-traditie uit de jaren 60 en 70. In zijn afscheidsrede geeft Lindner nog zijn filosofie over de Ambelt en een boodschap aan de toekomstige werker:
“Wie ver gelopen is op de weg van teleurstelling heeft een haast onmetelijk behoefte aan liefde, waardering en geborgenheid”.
Lindner was de laatste algemeen directeur van de Ambelt.
Door het afscheid van Lindner en omdat de overheid geen combinatie van schoolhoofd en algemeen directeur meer toestond komt er een nieuwe directiestructuur met vier gelijkwaardige directeursfuncties voor de onderwijsafdelingen, de residentiële zorg en algemene zaken. Ook voorzitter Crommelin stopt in 1986 zijn werkzaamheden, bijna 20 jaar had hij een grote bijdrage en leiding gegeven aan de Ambelt. Het afscheid van Crommelin en Lindner betekende het einde van een tijdperk, jarenlang hadden beiden zich ingezet voor het bijzondere concept van de Ambelt en dit verdedigd tegen politiek en beleidmakers.
Met de verzelfstandiging van het internaat en de onttakeling van het dagverblijf kwam er een einde aan de status van de deze Ambelt als een unieke instelling in Nederland. Binnen de Ambelt organisatie zitten op dat moment ongeveer 500 leerlingen, veel te veel! Een advies van de provincie Overijssel uit 1986 over de ombouw van de Ambelt in Herfte voorziet in een afname van 30 bedden naar 92 bedden. Er word een splitsing gemaakt tussen een school voor langdurige zieke kinderen en een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen. Eén van beiden moet dan uit Herfte weg.
Uiteindelijk verdwijnt in 1989 de SMOK school en vindt zijn nieuwe plek bij de Oosterenk in Zwolle. Deze overgang was voor de medewerkers een emotionele aangelegenheid, immers de onderwijsgroep maakte net als de leerlingen ook een splitsing door. De Oosterenk is dan nog een opgespoten industrie terrein waar als één van de eerste gebouwen de school kwam te staan, het was daar dus een kale bedoeling. Het gebouw zou 34 groeps- en vaklokalen bevatten, twee gymnastiekruimtes en diverse nevenruimte ‘s. Een groot voordeel is hier dat alle afdelingen en medewerkers van de SMOK-school zich hier onder één dak kunnen huisvesten.
Ook word er nog anderhalve hectare extra grond aangekocht bij het bouwterrein ter vergroting van het speelterrein voor de kinderen. Dit om de Herfterachtige structuur en de heilzame werking daarvan op de kinderen ook op de kinderen op het Oosterenk terrein te bewerkstelligen.
Op 15 oktober 1988 worden er drie lindebomen geplant op het Oosterenk terrein door de commissaris van de Koningin in Overijssel, mr. J.A.M. Hendriks, de Zwolse burgemeester G. Loopstra en de voorzitter van het Ambelt-bestuur de heer E. Wiersema als symbolische start van de bouwactiviteiten.
Terug naar Herfte: ondertussen bestaat de Ambelt uit het ene noodlokaal naast het andere.
Frits Prins is dan ondertussen directeur van de school voor ziekelijke kinderen geworden en vertelt:
Het was een wirwar van gebouwen, spottend werd wel eens gezegd woonwagenkamp De Ambelt en daarmee viel het best te vergelijken. Er waren een aantal permanent gebouwde stenen schoolgebouwen, de school en het internaat, maar verder was alles houtbouw, noodgebouwtjes, mobiele bungalows en caravans, het leek inderdaad echt meer op een woonwagenkamp dan op een schoolterrein.
Na vertrek van de Smokschool is er de tijd voor vernieuwing in Herfte.
De oude houten internaten uit de jaren 60 verkeerden in een bouwvallige staat, waardoor de kwaliteit voor de huisvesting steeds slechter werd. Ze waren voornamelijk op enkele stenen gebouwen na allemaal in hout opgetrokken, dus tijd voor renovatie en nieuwbouw! Deze operatie start in 1987. Zo is er de renovatie van de oorspronkelijke stenen Buitenschool, de bouw van een vier-klassig schoolgebouw ter vervanging van de houten klasjes en de uitbreiding van een nieuwe gymzaal. Tegenover de stenen Buitenschool herrees een nieuw gebouw voor de alle jongsten met vier klassen en vier nevenruimte’s voor onderzoek e.d. Het kreeg de naam Herfterhoek en werd op 15 juni 1988 geopend. Zo was er al de herbestemming in 1984 van de directeurswoning op het Sorghvliet terrein tot groepswoning, dan de Herfterhof genoemd. Het koetshuis word gerenoveerd, boerderij de Eikenhof word afgestoten, boerderij de Hulshof wordt gerenoveerd en word een gezinshuis. Ook de gezinshuizen Westerhof en het Boshuis op het Sorgvliet terrein ondergaan een verbouwing. De directeur (op dat moment Schuring) woont dan niet zoals gebruikelijk was op het terrein van de Ambelt, maar vind onderdak in de stad.
Huize Sorgvliet wordt gesloopt en maakt plaats voor de groepshuizen de Berkummerhof en de Wijthmenerhof, die in januari 1989 in gebruik worden genomen. De residentiele afdelingen worden zoveel mogelijk op het Sorghvliet terrein geconcentreerd. Door al deze nieuwbouw en renovatie kunnen de voormalige gebouwen als Jarino, het stenen Internaat en het blauwe huis op het hoofdterrein hun deuren sluiten. De bewoners verhuizen naar een nieuw pand aan de Hunzelaan te Zwolle. Om deze beddencapaciteit op te vangen zinspeelt men op de bouw van een leefgroep huis. Dit moet deels met de verkoop van de Berkhof gerealiseerd worden, echter voor deze boerderij vind men geen koper. De Berkhof ondervind daarom een renovatie en krijgt de nieuwe naam “Beukenhorst”.
In 1988 vind er de ontkoppeling plaats van de jeugdzorg en de overkoepelende Stichting, de afdeling krijgt nu de verantwoordelijkheid over eigen beleid en beheer. Op 9 maart 1989 gaat de eerste paal de grond in voor het nieuwe HAT-huis, dit gebouw kwam op de plaats van de groepshuizen het Stenen Internaat en het Blauwe huis. Bij de opening op 15 december door de Zwolse wethouder Magriet Meindertsma vertelt ze:
“Dit orthopedagogische centrum neemt landelijk een unieke positie in, vooral de brede aanpak, leerlingen komen uit het gehele land. De gemeente Zwolle is trots op de Ambelt.”
In 1990 word dit Sorghvliet gedeelte, een capaciteit van 60 bedden erkent als landelijke voorziening. Kinderen uit de jeugdpsychiatrische instellingen buiten de Regio kunnen nu in Herfte hun plaats vinden. In 1987 was de jeugdhulpverlening door een nieuwe organisatiestructuur een volwaardige afdeling geworden met een eigen administratie en was directeur Schuring met zijn staf naar een eigen kantoor aan het Sweelinckplein in Zwolle verhuist. Begin 1990 is de renovatie klaar, tal van gebouwen vielen onder de slopershamer, niemand had heimwee naar de verdwenen stacaravans, de houten gebouwen, de mobiele bungalows en de diverse noodgebouwen. Anders was dit met de historische gebouwen zoals de internaten van de Ambelt als het Stenen Huis, het Blauwe Huis en Jarino. In 1990 moesten de Buitenschool met haar eetzaal, badhuis en lighal er aan geloven. Ook de gelijktijdige sloop van het Witte Kantoor, het aloude landhuis op de Ambelt riep gemengde gevoelens op.
Op deze plek kwam een eigentijds voorzieningsgebouw – het Centrumgebouw – in de stijl van het nieuwe HAT-huis. Dit gebouw kwam in twee fasen tot stand tussen 1990 en 1994. Het kastjeshuis word afgestoten en wordt verkocht aan de familie van der Weckken. Nog is er weer plaatsgebrek door een sterke groei van het aantal leerlingen. Op 19 november 1997 word de eerste paal geslagen in aanwezigheid van mevrouw C.Wiersum-van Thienen, de oudste dochter van de grondlegger van de Zwolse Buitenschool, 65 jaren terug. Deze school heeft 10 lokalen en een tweede gymnastieklokaal. Half 1999 vind de oplevering plaats van de LZK-school, een uitbreiding van zeven lokalen voor de midden- en eindgroepen van de SO-afdeling. Hiermee is de twaalfjarige periode van renovatie en nieuwbouw op de Ambelt in Herfte afgesloten. Enkele jaren later is er de bouw van de Zwanenberg in 2002 en de Torenvalk in 2004.
De fysieke splitsing luid een nieuwe periode in, nevenlocaties van de Ambelt schieten in de regio als paddenstoelen uit de grond. In 2006 telt de Ambelt maar liefst ruim 1600 leerlingen. Anno 2007 telt de Ambelt 24 locaties van Apeldoorn tot aan Meppel en van Kampen tot aan Hardenberg. Gewenst is namelijk dat leerlingen in hun omgeving onderwijs kunnen ontvangen en het heen en terug reizen naar Herfte moet dus tot het verleden behoren.
Op vrijdag 25 mei 2012 neemt Frits Prins officieel afscheid van de Ambelt als vertrekkend bestuursvoorzitter.
Met een speciaal gereserveerd treinstel van de Nederlandse Spoorwegen wordt Frits Prins die ochtend in zijn woonplaats Dalfsen opgehaald om nog één maal te stoppen op de plaats waar zich vlak in de buurt – ongeveer 200 meter verder op – zich vroeger (rond 1928, zie foto 7) een stationnetje bij het dagsanatorium bevond.
De overheid vindt dat zoveel mogelijk leerlingen binnen het regulier onderwijs hun opleiding moeten krijgen binnen hun woonplaats.
De leerlingenaantallen van de Ambelt lopen daardoor terug sinds de invoering van de Wet op het passend onderwijs in 2014.
Hiertoe worden de dan nog vijftien Ambelt locaties te klein geacht voor het geven van goed onderwijs. Uiterlijk moeten op1 augustus 2017 alle leerlingen en expertise van de Ambelt overgedragen zijn naar lokale samenwerkingspartners. Hiertoe wordt dat jaar de grootscheepse operatie “De Ambelt Kiest Koers” afgerond. Deze koers komt er op neer dat De Ambelt, de instelling voor speciaal onderwijs in Zwolle per 1 augustus van dat jaar een groot deel van haar locaties met leerlingen en personeel en onderwijsaanbod overdraagt aan lokale schoolbesturen. De Ambelt blijft wel gewoon bestaan maar gaat diverse fusies aan.
In het schooljaar 2018-2019 telt De Ambelt in Zwolle 151 leerlingen. In Herfte is het speciaal onderwijs, de Ambelt geeft op haar website in 2019 aan
wat haar doelen zijn:
Wij geven basisonderwijs en ondersteuning aan leerlingen tussen 4 en 13 jaar. Dit zijn leerlingen met complexe gedragsproblematiek die onvoldoende tot ontwikkeling komen in het regulier basisonderwijs. Vaak is er sprake van een ontwikkelingsstoornis zoals aandachtdeficiëntie, hyperactiviteit (AD(H)D), autismespectrumstoornis, hechtingsproblemen of angsten. Ook kan er sprake zijn van een leerstoornissen als dyslexie of dyscalculie. De complexe gedragsproblematiek betekent een breed scala aan belemmerende factoren. Leerlingen hebben bijvoorbeeld te maken met concentratieproblemen, prikkelgevoeligheid, ontbreken van basisveiligheid, problemen in de regulatie van emoties of problemen met gezag. Wat onze leerlingen gemeen hebben is behoefte aan duidelijkheid, voorspelbaarheid en structuur. Dit zijn belangrijke pijlers voor onze leerlingen.
Ewout van der Horst, de schrijver van het boek “De Ambelt”: Van teringkantoor tot expertisecentrum (1907-2007) weet de film “100 jaar Ambelt” heel treffend te besluiten, waar we ons geheel bij aan kunnen sluiten:
Een oplettende voorbijganger die het terrein van de Ambelt oploopt merkt al snel dat de woorden op de toegangspoort niet meer kloppen. Veel kinderen zien er alles behalve ziek uit, het dagsanatorium met de opvang van tbc kinderen behoort allang tot het verleden. De Ambelt is in de tijd een geheel nieuwe koers gaan varen en was in veel gevallen er vooruit strevend
Strijden tegen de Tuberculose was het devies in 1907, met ziektebestrijding heeft de Ambelt tegenwoordig niets meer mee te maken. De omslag van een medische naar een orthopedagogische aanpak is in de jaren compleet geworden. Onlangs de vele veranderingen in de geschiedenis van de Ambelt is één ding zeker.
Wat blijft is zijn de kinderen en hun problemen, zij staan centraal in de bijzondere geschiedenis van de Ambelt.
1907
-Oprichting van de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose, de eerste wortelen van de school “De Ambelt” in Herfte .
1908
-Het in gebruik nemen van een bovenverdieping (thans restaurant Poppe) in de Luttekestraat, de officiële opening vind plaats op 27 januari.
Twee artsen geassisteerd door een pleegzuster houden op vrijwilliger basis twee uur per week spreekuur op het consultatiebureau.
1908
-27 augustus, de officiële opening van het Consultatiebureau.
1909
-Om in aanmerking te komen voor een gemeentelijke subsidie moest de vereniging bureau houden in het Passantenhuis op hoek Friese Wal en de Kalverstraat op het Noorder Eiland.
Het Consultatiebureau zou hier tot 1931 gevestigd zijn.
1919
Dr. G.J. van Thienen hoofd consultatiebureau en in 1932 voorzitter van de vereniging 1920
-Voor een bedrag van f650,= koopt de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose. Een halve hectare aan in Herfte op het landgoed “De Helmhorst”
1921
-Lezing van Thienen in de Harmonie waarin een oproep voor de financiering van een dag sanatorium wordt gedaan. In december kan er een dan al een aanbesteding plaatsvinden.
1922
-In februari start bouw van het dag sanatorium voor TBC in Herfte.
Op 30 juni is de feestelijke opening van een dag sanatorium in Herfte van de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose. Er zijn 2 lighallen gebouwd, elk voor negen personen. De kosten van f20.000,= worden opgebracht uit particulier initiatief.
1927
-Opening op 21 maart van een district consultatiebureau in Zwolle aan de Kamperstraat, wat het plaatselijk consultatiebureau van de vereniging ondermijnde.
-Overlijden van het Zwolse schoolhoofd, de heer Gjalt Kuiper, uit zijn nalatenschap ontvangt de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose een grote som geld. Zijn kinderen waren aan de TBC overleden.
1928
-In november wordt het landgoed “De Ambelt” in veiling gebracht, door de Kuipererfenis koopt de Zwolse Vereeniging tot bestrijding van Tuberculose dit landgoed aan voor f15.000 gulden.
1931
-Door het ontbreken Rijkssubsidies valt het doel definitief voor het consultatie bureau van de Verinniging tot Bestrijding der Tuberculose, ontslag word verleent aan de artsen van Thienen en Nord. De voornaamste activiteit van de vereniging is dan het dag sanatorium.
1932
-De buitenschool in Herfte opent haar deuren op het landgoed “De Ambelt” met mevrouw Kaan-Hofmeyer als directrice van de school.
1949
-De Ambelt mag zich scharen onder het speciaal onderwijs, deze erkenning opent de weg naar uitbreiding.
1958
-De latere voorzitter Verhagen van de tbc vereniging, nu nog controlerend arts op de buitenschool pleit voor de oprichting van een kleuterdagverblijf als toekomstperspectief, dit omdat men in Goirle bij Tilburg dit had gedaan. Ook kwam hij met het idee de Zwolse buitenschool uit te breiden met een LOM school. (Leer en Ovoeding Moeilijkheden)
1961
-Internaat op de Ambelt gaat van start met acht kinderen.
1962
-Om de aanmelding van kinderen te kunnen opvangen huur men een geprefabriceerd gebouwtje dat al snel de “keet”werd genoemd.
1963
-De tubercolosevereniging koop een boerderij aan bij de Ambelt, de Hulshof genoemd naar de eigenaar Hulsebosch. Het werd in eigen beheer verbouwd en werd door de precaire situatie pas in 1966 in gebruik genomen.
-De Ambelt trek ook kinderen aan uit de wereld van de kinderbescherming.
1964
-Men zint op een grootschalige uitbreiding van het internaat, echter de financiële situatie stond in de weg, menging toen over tot de aankoop van een verduurzaamde keet van asbest, deze keet werd Jarino genoemd en werd halverwege 1964 in gebruik genomen.
1965
-De vereniging ter bestrijding der tbc is door haar reserves heen en kondigt voor een jaar een bouwstop aan op de Ambelt.
1966
-Crommelin, de laatste burgemeester van Zwollerkerspel neemt het voorzitterschap van de Vrienden van de Buitenschool op zich.
-Men schroeft de leeftijdsgrens op door een afdeling Uitgebreid Lager Onderwijs (ULO) aan de school te verbinden.
1967
-Willem Crommelin (1916-1997) neemt het voorzitterschap van het bestuur van de tuberculosevereniging op zich, dit voorzitterschap zou maar liefst tot 1986 duren.
-De vereniging bouwt het blauwe huis, opnieuw een houtengebouw plaats biedend aan 16 leerlijngen.
1968
-Uit breiding van school op 1 april met een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (SMOK), de heer Lindner is directeur onderwijs.
-Aankoop van landhuis Sorghvliet.
1970
-De Ambelt verwerft opnieuw twee boerderijtjes De Westerhof genoemd naar het echtpaar Westerhof dat met 4 kinderen hier zou wonen. Westerhof was schilder bij de Ambelt. Bij hun vertrek in 1976 is het bestemt voor de opvang van autistische kinderen, een nieuwe weg in de historie van de Ambelt. De andere boerderij is de Berkhof , genoemd naar de vorige eigenaar de familie van Berkum. (ook wel Nico’s Hoeve in Herfte genoemd naar de eigenaar voor de familie van Berkum Nico Baggrman)
1971
-Op de Ambelt komt de dienstwoning op het terrein van huize Sorghvliet gereed voor directeur de Boer, de oude Ambelt-villa wordt ingericht als administratief centrum. In het najaar komt een tweede kinderboerderij gereed ook op het Sorghvliet terrein.
1973
-Het bescheiden koetshuis van landhuis Sorghvliet komt beschikbaar als gezinswoning voor vier kinderen.
– Doel is een sluitinternaat te creëren om de leemte op te vullen tot de beschermde omgeving van de Ambelt en het leven in de maatschappij. (integratie)
-Besluit om aanvraag in te dienen voor de start van een LOM-school.
1974
-De vereniging koop opnieuw een boerderij aan ver van haar eigen terrein aan de oude Dalfserweg 7. Bestemming: een gezinshuis met een praktische opleiding in de sfeer van landbouw en veeteelt. De naam is de Eikenhof naar de vorige bewoners Eykelkamp. De Ambelt bracht zo in de zomer van 1974 met de opening één van Nederlands eerste zorgboerderijen, opnieuw een revolutionair idee in de praktijk.
-In de zomer van 1974 brand de kinderboerderij van de Ambelt af, deze werd in zeer korte tijd herbouwd.
1975
-schooljaar 1975-1976 startte met 350 jongen en meisjes verdeelt over 25 groepen
-Oplevering van bouw van het nieuwe gezinsgebouw “De Boshuis”.
-Uitbreiding van het HAT-huis voor het onderwijs van de technische vakken.
-Door een aankoop voor 130.000 gulden komt het houten huis van de overleden ingenieur L. van Nispen in handen van de vereniging, die we als Kastjeshuis kennen, gelegen tegen over Landhuis Sorghvliet aan de andere zijde van de spoorlijn Zwolle-Coevorden.
-Start voorbereidingen voor een LOM-afdeling met vier groepen, er komt echter van de overheid geen toestemming, het bestuur besluit de aanvraag om te zetten in de aanvraag voor één LZK-school
1976
-Boerderij “De Westerhof start met de opvang van autistische kinderen
-In januari 1976 nemen de 1e kinderen hun intrek in het Kastenhuis in Herfte.
1977
-Op 1 januari volgt Frits Prins Boer op in de functie van hoofd der school, wettelijk was het niet meer toegestaan de functies van Algemeen directeurschap en hoofd der school in één functie te verenigen zoals Boer dit deed.
-Na meer dan 20 dienstjaren komt de pensioen gerechtigde leeftijd voor Boer in zicht, op 1 februari neemt hij ook afscheid als algemeen directeur. Het bleek zo zou later blijken, dat het drie jaar duren zou voordat er een opvolger voor hem gevonden werd. Er waren zelfs twee directeuren nodig.
-Op 1 februari word B. Hobbelink benoemt tot algemeen directeur van de Ambelt. In september wordt Hobbelink alweer afgezet als algemeen directeur omdat er veel weerstand is tegen zijn nieuwe organisatie structuren.
-Directeur onderwijs van de SMOK, Lindner is bereid als waarnemend directeur op de treden.
1978
Er komen twee lokalen op de plek van de oude dagsanantorium.
1979
-De tbc vereniging uit 1907 word een stichting en heet nu Stichting Orthopedisch Centrum de Ambelt.
-28 november, de installatie van een Ambelt-raad, een orgaan van overleg, advies, informatie en communicatie binnen het centrum. Er volgden democratische verkiezingen.
1980
-Na de opzet van een nieuwe directie structuur wordt toch Carel Lindner algemeen directeur, Frits Prins adjunct-directeur onderwijs, Rick Schuring adjunct-directeur groepshuizen en Bas Zwijnenberg s adjunct-directeur algemene zaken.
-einde aan het experiment Dollard-flat, een van de redenen is gebrek aan leiding van bovenaf van deze woonvorm in de Aa-landen.
1981
Nieuw project geleide kamer-bewoning aan de Philosofenallee in Zwolle, Hier woonden de jongeren werkelijk zelfstandig naar hun Ambelt periode een tijdje ze woonden hier alvorens zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij. Er was wel begeleiding
1984
-Afscheid van directeur Carel Lindner op 1 augustus, hij is de laatste algemeen directeur van de Ambelt omdat de overheid en gecombineerde functie van school hoofd en algemeen directeur niet meer toe stond.
-aankoop van het zgn. fasehuis, een pand aangekocht in de Van Karnebeekstraat in Zwolle.
-verbouw van de directeurswoning naar de gezins- en groepshuis de Herfterhof.
1985
-Op 5 september installeer voorzitter Crommelin de eerste officieel gekozen Medezeggenschapsraad bestaande uit 10 leden, 5 ouders vertegenwoordigers en 5 schoolvertegenwoordigers.
1986
-De schoolsplitsing van de Ambelt is een feit.
-Einde voorzitterschap van mr. W.J.E. Crommelin als voorzitter van de tuberculosevereniging.
-Ontkoppeling van het dagverblijf en de onderwijsvoorzieningen, een afgeslankte vorm van onderwijsvoorzieningen blijft in stand.
1987
-De Ambelt krijgt toestemming voor de bouw van een school voor de afdeling ZMOK op het Oosterenk terrein in Zwolle.
-Start operatie ter vervanging van de oude gebouwen op het Ambelt terrein.
– Aankoop van woning aan de Anijskruidweg voor het drie fasen project.
-Jeugdhulpverlening wordt een volwaardige afdeling binnen de Ambelt organisatie met een eigen kantoor aan het Sweelickplein in Zwolle waarin directeur Schuring en zijn staf onderdak vinden.
-Renovatie van de Stenen School.
1988
-De Ambelt krijgt van de provincie toestemming tot de oprichting van een Medische Kinder Dagverblijf (MKD) voor 40 kleuters.
-Ontkoppeling van de jeugdzorg van de overkoepelende Stichting, deze zorg krijgt hierdoorde zorg over de verantwoordelijkheid van eigen beleid en beheer.
-Op 15 juni vind de opening plaats van de Herfterhoek voor peuters en kleuters
– Op 15 oktober worden er drie lindebomen geplant op het Oosterenk terrein door de commissaris van de Koningin in Overijssel, mr. J.A.M. Hendriks, de Zwolse burgemeester G. Loopstra en de voorzitter van het Ambelt-bestuur de heer E. Wiersema als symbolische start van de bouwactiviteiten.
1989
-Er wordt een splitsing gemaakt tussen een school voor langdurig zieke kinderen en een school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, de Smok school verdwijnt uit Herfte, hierdoor schieten nevenlocaties van de Ambelt als paddenstoelen uit de grond.
-Aankoop van drie woningen aan de Geleen voor het drie fasen project.
-Bouw van gezins- en groepshuizen de Berkummerhof en de Wijthmenerhof.
– 9 maart startsein voor het nieuwe HAT-huis en op 15 december de officiële opening door de Zwolse wethouder Magriet Meindertsma
1990
– De de Buitenschool met haar eetzaal, badhuis en lighal ontkomen niet aan de slopershamer. Ook is er de gelijktijdige sloop van het Witte Kantoor, het aloude landhuis op de Ambelt.
-De Sorghvliet unit van 60 bedden wordt erkend als een landelijke voorziening, hierdoor kunnen ook kinderen uit jeugdpsychiatrische instellingen buiten de Regio terecht op de Ambelt.
1991
-Verkoop van het Kastjeshuis aan de familie van der Wecken voor 220.000 gulden.
-Het gebouw voor het kinderdagverblijf (MKD) op het kantorencomplex de Oosterenk aan de dr. Hengelveldsweg.
-afronding reorganisatie van de residentiële afdeling van de Ambelt.
1997
Op 19 november word de eerste paal geslagen in aanwezigheid van mevrouw C.Wiersum-van Thienen, de oudste dochter van de grondlegger van de Zwolse Buitenschool, 65 jaren terug. Deze school heeft 10 lokalen en een tweede gymnastieklokaal.
1999
In het midden van dit jaar vind de oplevering van de LZK-school, een uitbreiding van zeven lokalen voor de midden- en eindgroepen van de SO-afdeling plaats.
2002
Bouw van de gezin- en groepshuis de Zwanenberg.
2003
Bouw van het gezins- en groepshuis de Torenvalk.
2012
-Frits Prins neemt afscheid als bestuursvoorzitter van de Ambelt.
2017
-De leerlingenaantallen van de Ambelt lopen terug sinds de invoering van de Wet op het passend onderwijs in 2014. De overheid vind dat zoveel mogelijk leerlingen binnen het regulier onderwijs hun opleiding moeten krijgen. Hiertoe dreigen de vijftien Ambelt locaties te klein te worden voor goed onderwijs. De Ambelt gaat hiertoe diverse fusies aan.
Opmerkingen:
We proberen zoveel mogelijk alle betrokkenen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan dit artikel te benoemen. Hoewel van diverse onderdelen het eigendomsrecht niet kon worden achterhaald kan een ieder die van mening is enig recht te kunnen ontlenen aan de inhoud van dit artikel contact met ons opnemen. We kunnen dan uw naam vermelden of het onderdeel op uw verzoek onmiddellijk verwijderen van de site .Uw privacy willen wij altijd garanderen, echter op sommige gedeeltes van deze site worden namen van enkele personen geplaatst. U kunt ons altijd aangeven indien U dit niet wenselijk acht. Wij zullen dan uw naam direct van deze site verwijderen.
Heeft u bij het lezen van bovenstaande teksten onjuistheden geconstateerd zowel inhoudelijk als tekstueel dan houden wij ons graag aanbevolen voor deze opmerkingen. Heeft U misschien aanvullingen op dit artikel, ook dan houden wij ons aanbevolen.
Via de site linksonder kunt U uw opmerkingen aan ons doorgeven. Onze dank hiervoor.
Bronnen: