Hoe het plaatselijke onderwijs op een bijzondere wijze bleef bestaan
Wellicht nog meer dan de oprichting van de voetbalvereniging (in 1969) was de vorming van een oecumenische basisschool (1992) van essentieel belang voor de levensvatbaarheid en leefbaarheid in Wijthmen. Tijd voor een uitgebreide terugblik op een korte, maar heftige periode uit de vorige eeuw. Hoe het bijzondere dorpsonderwijs op een bijzondere wijze bleef bestaan. Maar zonder slag of stoot ging dat niet.
We schrijven het begin van de jaren negentig van de twintigste eeuw en het is hommeles in Wijthmen. De Zwolse Courant bericht er uitvoerig over en dat is een bijzonderheid op zich, want het plattelandsdorpje haalt de krant niet al te vaak en zeker niet op zo’n manier.
Nu dus wel. Een schoolstrijd zonder weerga zet deze idyllisch kern in het Sallandse buitengebied, middenin de driehoek Zwolle-Heino-Dalfsen, op stelten. En zo ongeveer iedere inwoner (van amper duizend) is er wel op één of andere manier bij betrokken.
Directe aanleiding is de dreigende sluiting van tenminste één van de twee kleine basisscholen, een rooms-katholieke en een protestants-christelijke. Met het achterliggende risico op helemaal geen onderwijs meer. De zoektocht naar een breed gedragen, structurele oplossing zorgt zowaar voor een grimmige sfeer en een schier onoverbrugbare scheuring in het dorp.
Zover komt het gelukkig niet. Integendeel. Het tij wordt op het laatste nippertje gekeerd. Het rumoer verstomt na een verhitte periode en het gezond verstand zegeviert. Dat gebeurt echter pas, nadat een aantal ouders van schoolgaande kinderen het initiatief grijpt en met een geniale vondst komt.
Feitelijk draait de kwestie om een plotseling opgelaaid conflict met een religieuze achtergrond, die het dorp dreigt te verscheuren. Schrijver dezes had destijds drie beweegredenen om de Wijthmense schoolstrijd op de voet te volgen. Ik was (en ben) een betrokken Wijthmener. Ik was destijds stadsverslaggever van de Zwolse Courant. En ook nog eens oud-leerling van de toenmalige School met de Bijbel, de latere Stramp Ess.
Toen de redactie van het Zwols Historisch Tijdschrift bij mij uitkwam met het verzoek op die bewogen periode terug te kijken, heb ik schoorvoetend ingestemd. Niet om oude wonden open te rijten. Wel, omdat het onderwerp van historisch belang is voor Wijthmen en niet mocht ontbreken in een speciale uitgave over de geschiedenis van het dorp.
Psalmversjes
Ter voorkoming van misverstanden: ik heb een heerlijke (lagere-)schooltijd gekend. Met veel plezier kan ik terugdenken aan de klas van juffrouw Bolks (kleuterschool), juffrouw Van der Molen (klassen 1 en 2), meester Lindeboom (klassen 3 en 4) en meester Kuiper (klassen 5 en 6). Met de legendarische hoofdmeester Van Nee heb ik slechts zijdelings te maken gehad, voor het overhoren van psalmversje op de maandagmorgen en voor een flinke uitbrander, toen ik was betrapt op stiekem roken in het fietsenhok.
De opvolging van Van Nee door Henk Kuiper tot hoofd van de school was nog wel een dingetje. Of zeg maar gerust een ding. Na de jaarlijkse zomervakantie bleken veel kinderen uit de klas te zijn verdwenen. Wat was het geval? Volgens de statuten van de school moest een hoofd van de school van gereformeerde huize bij vertrek worden opgevolgd door iemand van Nederlands hervormde komaf (en andersom). Mijn eigen klas werd door die regel zeker gehalveerd. Het dagelijks voetballen in de pauze op het schoolplein werd ineens een stuk minder leuk. En het moet Kuiper tot in het diepst van zijn ziel hebben geraakt. Ik heb het hem nooit gevraagd. Maar toen al kwamen diepgewortelde gevoeligheden van religieuze aard aan de oppervlakte dus. Maar dit was nog een interne kwestie. Ruim twintig jaar later werd het hele dorp erbij betrokken.
Gevarenzone
Het begon het allemaal met opgeschroefde leerlingennormen en afnemende -aantallen. Op het rooms-katholieke St. Jozefschooltje aan de Erfgenamenweg (dichtbij de Wijthmenerplas) zaten zegge en schrijve nog 31 leerlingen. Sluiting was een meer dan realistisch gevaar. Bovendien was het heel kort dag. De druk om te handelen zat er flink op. Nog geen twee kilometer verderop, aan de Heinoseweg, kwam de Stramp-Ess amper boven de veertig leerlingen en verkeerde ook deze school, op protestants-christelijke grondslag, in de gevarenzone.
Voor wie toen van een afstandje naar de situatie keek, lag een vorm van samenwerking voor de hand. Een andere mogelijkheid was op te gaan in het openbaar onderwijs. Toenmalig onderwijswethouder Hans Dijkstra van Zwolle was ervoor te porren geweest om een openbare school in het dorp open te houden. Wellicht was dat zelfs de gemakkelijkste optie, die voor handen was. Maar de welbespraakte PvdA’er maakte zich – begrijpelijkerwijs – niet al te druk over de zaak, die hem slechts zijdelings aanging. En voor de Zwolse politiek was het ook al geen issue. Als één van de weinige raadsleden toonde Jan Knol interesse. Spooldenaar Knol, met familiebanden in Wijthmen, was de traditionele CDA-vertegenwoordiger namens de boeren in de gemeenteraad. Hij verklaarde zich voor samenwerken tussen beide scholen. Albert de Boer van de RPF was tegen. Hij vond een fusie volstrekt verkeerd.
In gesprek
Aanvankelijk gingen de beide schoolbesturen met elkaar in gesprek teneinde de meubelen voor bijzonder basisonderwijs te redden.
Hoewel de toenmalige Theodoor Heerkens Stichting, de rooms-katholieke-koepel waartoe de St. Jozefschool behoorde, het latere Catent, zich naar eigen zeggen ‘welwillend’ opstelde (zo mocht de Stramp Ess bijvoorbeeld de directeur leveren), liepen fusiegesprekken al snel spaak.
In tegenstelling tot de St. Jozefschool was de Stramp Ess een vereniging met 85 leden, die het gezamenlijk voor het zeggen hadden. Alle oud-leerlingen (ook ik dus) mochten lid zijn. Vaak waren dit de wat fanatiekere of principiëlere opa’s en oma’s. Zo kwam het, dat de ouders van kinderen, die naar school gingen, met 25 leden ruim in de minderheid waren en overgeleverd aan ouderen, die meestal veel verder van het schoolleven afstonden. De veel te vroeg overleden transportondernemer Tiemen Uitslag was voorzitter. Drs. J. (Hans) Keesmaat, het toenmalige hoofd van de school, speelde een andere, vermoedelijk nog nadrukkelijker hoofdrol.
De Stramp Ess dacht het probleem van leerlingenafname voor zichzelf te tackelen door een nevenvestiging te worden van de veel grotere Vereniging voor Christelijk Onderwijs in het nabijgelegen Ittersum; ze zou daarmee gecompenseerd worden en met veel minder leerlingen kunnen volstaan. Rooms-katholieke leerlingen in Wijthmen werden door de Stamp Ess weliswaar niet geweigerd, waren zelfs welkom werd gezegd, maar de eis voor bestuurlijke medeverantwoordelijkheid (of verdere gelijkwaardigheid) werd resoluut geweigerd. De Stramp Ess hield vast aan het ‘redelijk belijden zoals dat in onze statuten staat’. De Theodoor Heerkens Stichting op haar beurt weigerde daaraan toe te geven en reageerde kort door de bocht: ‘Dan nog liever naar Hoonhorst of Zwolle’.
Eeuwenoud onderwijs in Wijthmen
Toch zou het bijzonder onderwijs overleven in Wijthmen en de aanliggende buurtschappen Herfte en Lente (de laatste buurtschap behoort eigenlijk tot Dalfsen, maar veel kinderen gingen naar school in Wijthmen, m.n. naar de Stramp-Ess). Om te begrijpen hoe het zover kwam, is het goed iets van de lange voorgeschiedenis van het stokoude dorp (in het algemeen) en het onderwijs (in het bijzonder) te weten.
Het onderwijs in Wijthmen was – toen al – eeuwenoud. Volgens de annalen was ene Wessel Hagedoorn uit Zwolle in 1742 (!) in het plaatsje langs het toenmalige karrenpad, dat dienst deed als handelsroute naar Twente vice versa (de huidige N35), neergestreken. Hij was door het toenmalige markebestuur aangesteld om er onderwijs te geven. Zwolle lag in die dagen te ver weg voor Wijthmense kinderen om dagelijks onderwijs te volgen.
Zoveel kinderen waren dat overigens niet. Volgens de eerste volkstelling bestond Wijthmen in die tijd uit 31 (weliswaar kinderrijke) huishoudens met in totaal 179 inwoners. De kinderen zaten door elkaar in één grote klas. De lessen werden in een boerenschuur gegeven; een schoolgebouw was er nog niet. Die kwam er pas in 1818. Op de hoek van de huidige Kroesenallee (de weg naar Dalfsen) en Erfgenamenweg (richting Herfte) verrees een openbare (want door de overheid bekostigde) school. Het schoolgebouw bestond uit één lokaal en een onderwijzerswoning. In 1881 werd de school verbouwd. Aannemersbedrijf F. Schippers uit Genemuiden kreeg de klus na aanbesteding voor 5.797 gulden. Het gebouw zou enkele jaren door altijd onbekend gebleven redenen afbranden. De gemeente van Zwollerkerspel liet het herbouwen en tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw zou het tegenover het winkeltje van Vrouw Boeve blijven staan.
Als dorp stelde Wijthmen toen nog steeds niet veel voor. In 1870 werden 52 woningen geteld. De bevolking leefde in wat we tegenwoordig bubbels zouden noemen van protestanten (ook nog eens verdeeld in gereformeerden en hervormden) en katholieken. Lange tijd waren er bijvoorbeeld twee bakkers (één voor elke gezindte), twee fietsenmakers, twee cafés, twee kruideniers, twee scholen en twee kerken. Er woonden voornamelijk hardwerkende boeren(knechten); later gingen veel jeugdige en sterke boerenzonen in de bouw aan de slag. De vrouwen deden het huishouden en staken een handje toe op de boerderij of werkten als dienstmeid of (later) vooral in de zorg. Noaberschap was een ingeslepen begrip geworden, hetgeen zich later (en tot op de dag van vandaag) uitte in veel vrijwilligerswerk. Maar ook lange tijd met name binnen de eigen geloofsgroep.
Kennelijk gestimuleerd door de lager-onderwijswet uit 1920, die erin voorzag dat ook christelijk onderwijs vanuit Den Haag ging worden gefinancierd en hun exploitatie niet langer door private donaties hoefde te worden opgebracht, explodeerde het aantal bijzondere scholen in ons land. In het kleine Wijthmen kwamen er uiteindelijk liefst twee.
In 1922 werd de eerste steen gelegd voor de bouw van de protestants-christelijke lagere school aan de Heinoseweg. Een jaar later vertrokken de rooms-katholieke kinderen naar de school van hun signatuur in Hoonhorst. Ze bleven daar tien jaar. Bij de terugkeer in 1932 werd onderdak gevonden in het lege gebouw van de voormalige openbare school.
Meester Van Nee
Nog steeds in de jaren twintig (1924) werd de legendarische Meester Van Nee benoemd in Wijthmen als hoofd van de School met de Bijbel. Hij, van gereformeerde huize, zou in lengte van jaren (tot 1970) in functie blijven. Het hoofd van de rooms-katholieke St. Jozefschool (vanaf 1932) heette meester Bisschop. Hij werd in 1969 opgevolgd door Herman Dinkelberg, die tot zijn verhuizing op een opvallend blauwe scooter van Zwolle naar Wijthmen reed. Dinkelberg was een carnavalsvierder. In Zwolle kreeg hij bekendheid als Stadsprins (Prins Mans van de Eileuvers, 1972), in Wijthmen werd hij door sommige leerlingen gevreesd vanwege zijn strenge optreden
In de loop der jaren kwamen de verhoudingen tussen beide scholen met enige regelmaat aan de oppervlakte. Er werd menig robbertje uitgevochten, meestal na schooltijd. Ikzelf heb nog een staartje van die periode met duidelijke scheidslijnen meegemaakt. Bijvoorbeeld als we wekelijks met beide scholen per bus naar het Stilobad gingen voor zwemles van de in Zwolle wereldberoemde badmeester Lukkien. De protestantse kinderen zaten links in de bus, de rooms-katholieke jongens en meisjes namen plaats aan de andere kant. Dat werd klieren natuurlijk. Op het middenpad viel nog wel eens klap of werd een grondgevecht begonnen. Maar ach, overal gebeurde wel wat. En van soms bravoure in de kroeg of op verjaardagen vertelde verhalen over knokpartijen en halve veldslagen heb ik nooit wat aan den lijve ondervonden.
En dat soort onbeduidende incidenten waren op slag voorbij, toen de voetbalvereniging in 1969 werd opgericht. Katholiek en protestant trokken vanaf toen gezamenlijk ten strijde. Ik herinner me de allereerste wedstrijd van VV Wijthmen (wijnrode shirts en witte broeken) nog heel goed. We zaten in de E’tjes en speelden op een veld bij de speeltuinvereniging Ons Hoekje in en tegen Berkum, dat fungeerde als de nieuwe gezamenlijke vijand. De uitslag was 0-0, niet gek voor zo’n eerste potje van een stelletje nerveuze jochies.
Dramatische climax
Een heel nieuwe fase was aangebroken. Samen tegen de rest. Tot 1992, toen vrij plotseling de schoolstrijd oplaaide en tot een tamelijk dramatische climax kwam. Het leek erop of diep verscholen onvrede en tegenstellingen jarenlang uit het zicht hadden staan pruttelen om dan aan de kook te komen. Alle emotie kwam als het ware samengebundeld op een donkere decemberavond in 1992 naar buiten. Het dorp was bijeen om over de toekomst van het dorpsonderwijs te praten.
Ik was erbij met pen en blocnote in de aanslag en begon mijn verhaal met een sfeerimpressie uit het dorp: ‘Het was het onderwerp van gesprek geweest in de laatste maanden’, aldus ondergetekende in de Zwolse Courant. ‘Aan de stamtafel van het plaatselijke café, in het dorpshuis annex voetbalkantine, na de kerk, op de zangvereniging of tijdens een verjaardag. De scholenkwestie’.
Het gemeenschappelijke gymnastiekzaaltje van De Elshof zat bomvol. Op het podium zat een batterij aan vertegenwoordigers van allerhande betrokken partijen, inclusief pastor, dominee en wethouder. Allemaal namen ze uitgebreid het woord. In de zaal zaten voornamelijk (toekomstige) ouders van schoolgaande kinderen. Het was een prestatie op zich dat, hoe moeilijk en emotioneel ook, de aanwezigen probeerden met elkaar in gesprek te blijven.
Verontruste ouders, die het einde van onderwijs in Wijthmen vreesden, vroegen c.q. eisten duidelijkheid met name van de ‘halsstarrige’ schoolleiding van de Stramp-Ess. Voorzitter Tiemen Uitslag kreeg de volle laag uit de zaal. Maar hij boog niet. Hij schonk klare wijn over de mogelijkheid van samengaan: ‘Het standpunt van ons bestuur blijft onveranderd: nee. (…) Ik verschuil me niet, maar zeg u klip en klaar: de identiteit van onze school staat bovenaan’.
Dat was best moedig, want Uitslag had bitter weinig medestanders in de zaal, slechts een plukje misschien. Maar, om het positief uit te leggen, hij bleef trouw aan zijn principes. Dat dwong bij sommigen ook wel weer respect af.
Uitslag was in elk geval een stuk diplomatieker dan zijn eigen hoofd van de school, drs. J. (Hans) Keesmaat, die er met gestrekt been in ging. Kon er in de woorden van Uitslag door een rasoptimist nog een streepje licht door een kier in de deur worden waargenomen (‘Ik doe u vanavond geen enkele toezegging’), bij Keesmaat zat die deur potdicht en was het pikkedonker.
Eerst had de plaatselijke krant het gedaan bij hem: ‘De pers speelt een bedenkelijke rol. Tweespalt in het dorp? Er is helemaal geen tweespalt. Maar ik kan me wel voorstellen, dat een regionaal dagblad als de Zwolse Courant geen topjournalisten tot haar beschikking heeft’.
Helemaal niet erg, daar moet een kritische of beetje dwarse journalist tegen kunnen. En Keesmaat had nog een rekeningetje met me te vereffenen, hoewel we elkaar nog nooit hadden ontmoet. Kort hiervoor had namelijk een tamelijk onschuldig akkefietje tussen ons plaatsgevonden. Ik had bij de school aangebeld om een brief af te geven teneinde lid te worden van de schoolvereniging. Dat kon dus als oud-leerling. Aanvankelijk werd ik vriendelijk bejegend door de verraste directeur. Tot hij mij naam hoorde. Ik stond weer buiten de deur voor ik het wist en ik heb nooit meer iets van mijn hele aanmelding gehoord’.
Terug naar de avond in De Elshof. Ook de initiatiefgroep van ouders, die voor een fusie pleitten, moest eraan geloven bij Keesmaat. Als enige in de zaal stelde hij de schuldvraag over de ontstane commotie aan de orde: ‘Er is gesproken over de beslotenheid van bestuurskamers. Faliekante nonsens. Als dergelijke insinuaties worden gemaakt, dan wil ik geen gesprekspartner meer zijn. Dan schud ik het stof van mijn jas en ga mijns weegs’. Dat rijmde dan weer niet met zijn opmerking, dat ook mensen met een andere geloofsrichting volgens hem lid konden worden van de Stramp-Ess. Een boodschap, die niet aankwam.
De avond werd tenslotte besloten met een schriftelijke stemming om te peilen hoeveel mensen voor de motie tot samengaan waren. De overgrote meerderheid stemde voor, een groepje tegen en een handjevol onthield zich van stemming.
De Kubus
Voor Keesmaat en de (twee) andere leden van de staf waren de druiven zuur. De onderwijzers hadden weinig zin, zo schreven ze in een brief, om het naderende kerstfeest met de ouders van de leerlingen te vieren. ‘We zijn niet in staat een feestelijke stemming te veinzen’. De avond in de gymzaal van De Elshof zou ondemocratisch, onfatsoenlijk en krenkend zijn geweest. Sommige forumleden zouden niet gehinderd worden door enige kennis van zaken, zouden blijk hebben gegeven van een gebrek aan luistervaardigheid en de zwarte piet zou koste wat kost aan de Stramp-Ess worden doorgespeeld.
Het was het dorp wel duidelijk geworden: de haviken van de Stramp-Ess voerden een achterhoedegevecht; feitelijk was de schoolstrijd beslist in het voordeel van het dorp. De toekomst was aan de eerste en enige oecumenische basisschool in de verre omgeving, de Kubus (De naam werd bedacht door leerling Glenn Rientjes). Het nieuwe schooljaar 1993-1994 begon met meer dan tachtig leerlingen in het oude schoolgebouw bij de Wijthmenerplas. De Stramp-Ess hield het nog een paar jaartjes op eigen kracht vol, maar sloot de deuren in 1996. Keesmaat verhuisde niet veel later naar Lelystad.
Hoe ging het verder met het onderwijs in Wijthmen? In het jaar 2007 kwam de school een paar honderd meter verderop onder één dak met diverse sportverenigingen in het geheel gerenoveerde Kulturhus De Elshof. Het samengaan van school en sport bleek een gelukkig huwelijk. De Kubus werd een vaste en onomstreden waarde in de lokale samenleving. Verbindend ook. De toekomst van de school was erdoor verzekerd. Het huidige schoolgebouw in het Kulturhus zal binnen afzienbare tijd zelfs uit zijn jasje knappen als de nieuwbouwplannen voor het dorp (eindelijk) tot wasdom komen.
En hoe verging het de sfeer in het dorp? Wel, de tijd heelde alle wonden, die waren geslagen. En snel ook. Zo heftig als de jaren 1992 en 1993 waren in Wijthmen, zo plotseling keerde de rust terug. En de saamhorigheid werd alleen maar versterkt. De keuze voor een oecumenische identiteit bleek in alle opzichten een geniale vondst. Met dank aan de ouders. Over de woelige periode van toen heeft eigenlijk niemand het meer in Wijthmen.
Koen Nijmeijer
Bron: artikel uit het Zwols Historisch Tijdschrift nr 4 jaargang 38 uit 2021 waaraan Historisch Wijthmen alle medewerking verleende.