Hoe bijzonder kan toch elke keer weer een familiegeschiedenis zijn.
Op 22 juli 1905 wordt Jacob Cornelis, zoon van Antonie van Ettekoven geboren in Utrecht. Zijn vader Antonie verhuist met zijn vrouw Johanna Geertruida-Woudenberg begin 20e eeuw naar het dorpje Roxel nabij de Duitse plaats Munster. Hier vindt hij werk op Burg Hülshof[1] in de bij het kasteel behorende grote tuin met tuineiland in de functie van tuinbaas.
Zoon Jacob gaat hier onderwijs volgen en leert hier de Duitse taal kennen.
Als in 1914 de 1e wereldoorlog uitbreekt gaat de familie terug naar het neutrale Nederland.
Na wat omzwervingen om en nabij Zwolle en Hattem gaan Antonie en zijn vrouw Johanna Geertruida met hun kind Jacob wonen op de Catherinahoeve vlakbij de Nieuwe Vecht in het buurtschap Berkum in de gemeente Zwollerkerspel.
Midden jaren dertig wordt Geertruida getroffen door ziekte. Door de hoge medische kosten die hieraan verbonden zijn wordt de familie gedwongen de Catherinahoeve te verlaten en moet men op zoek gaan naar een andere woonruimte.
Deze woonruimte wordt gevonden in een voormalige wachterswoning, niet ver van de Catharinahoeven aan de Herfterlaan 49. Naast deze wachterswoning ligt een stuk land waar Antonie zijn bloemen e.d. kan kweken.
[1] Website: Burg Hulshof
Dit wachtershuisje werd gebouwd zo rond 1887 – op dat moment al bijna 50 jaar oud – maar na wat aanpassingen geschikt genoeg om zijn gezin erin te kunnen herbergen en de bloemkwekerij er op het aangrenzende perceel voort te zetten. (zie foto 7 en 8)
Deze wachterswoning stond in Herfte langs het baanvak Zwolle-Meppel, ter hoogte van het landgoed de Helmhorst en de Ambelt (De Buitenschool in Herfte), zie de situatie hierboven.
De wachterswoning[1] had jaren dienst gedaan voor de baanwachters die regelmatig de baan moesten schouwen om treinen veilig over dit deel van het baanvak te loodsen. De werkzaamheden op en langs het spoor waren overbodig geworden door de elektrificering[2] van het baanvak.
[1] Doel van de spoorwachters woning
[2] Opmerking van Jan van Ettekoven overgenomen
In december 1938 worden Antonie en zijn vrouw Johanna Geertruida ziek.
De ziekte neemt een zo ernstig vorm aan dat beiden binnen een tijdsbestek van slechts zes weken komen te overlijden.
Voor een fatsoenlijke begrafenis zijn er zo kort na de verhuizing vanaf de Catherinahoeve geen financiële middelen beschikbaar om een graf aan te kopen.
Op de begraafplaat Bergklooster te Zwolle was er echter voor de “armlastigen” een stuk grond beschikbaar voor de ter aarde stelling van een overledene.
Beiden konden hier begraven worden.
Kleinkind Jan zou later nog proberen de juiste plaats van zijn grootvader en grootmoeder te vinden, maar dit bleek een vergeefse zoektocht door de destijds armoedige administratie van het kerkhof.
Foto 4 links: Johanna Geertruida-Woudenberg †1938 netjes gekleed in het zwart met witte muts al lezende uit vermoedelijk de Bijbel.
Het leven van Jacob van Ettekoven gaat verder.
Jacob neemt de bloemkwekerij over, hij was nog vrijgezel op het moment van het overlijden van zijn vader en moeder, maar zou in 1940 trouwen met Jennigje Schiphorst uit Hoonhorst gemeente Dalfsen.
Het echtpaar krijgt tijdens hun huwelijk zes kinderen, op 7 januari 1945 word hun eerste kind Anton geboren.
Jennigje moet dan door een flinke borstontsteking worden opgenomen in het ziekenhuis.
Zoon Anton wordt dan verzorgd door de buren, Trijn van Berkum had aangeboden voor de baby te willen zorgen zolang Jennigje in het ziekenhuis verbleef. Jennigje kiest echter ervoor haar eerstgeboren kind bij haar te willen hebben in het ziekenhuis. Nadat deze hereniging plaatsvind brengt Jacob elke dag melk voor de kleine Anton naar het ziekenhuis.
Wat er dan met Anton in het ziekenhuis gebeurd is nooit duidelijk geworden, Anton overlijdt op 14 april 1945 in dit ziekenhuis, slechts vier maanden oud aan uitdroging.
Na de geboorte van Anton wordt er een tweeling geboren op 6 februari 1946, twee meisjes Tonnie en Annie. Dochter Tonnie komt gezond ter wereld, echter dochter Annie overlijd vlak na haar geboorte.
Op 19 januari 1948 is er de geboorte van dochter Anne.
Tenslotte komen er nog twee kinderen van Jacob en Jennigje ter wereld, eerst is er de geboorte van een meisje Jantina op 2 september 1950, zij komt echter te overlijden op 12 november van het zelfde jaar en is dan slechts twee maanden oud. Dan is er in 1953 de geboorte van een jongetje. Deze jongen is Jan Cornelis van Ettekoven, maar hierover later meer.
De werkzaamheden rond de kwekerij
Jacob pakt zijn werk voortvarend aan. Elke vrijdag en zaterdag gaat hij met zijn bloemenwagen met paard naar de Zwolsche warenmarkt (de huidig Melkmarkt) om daar een standplaats in te nemen voor de verkoop van zijn bloemenwaar. In die dagen was er zelfs op de zaterdagavonden nog markt.
Op weg naar de markt kwam hij door de wijken als de Wipstrik en langs de vlasakkers (bij de Indische buurt) en bracht met regelmaat dan onderweg al heel veel bloemen aan de man. Op de maandagen ging hij naar de warenmarkt in Kampen om ook daar zijn bloemen te verkopen. Dat Jacob een goede zakenman is was duidelijk gebleken toen hij zelfs voor de Kerst per trein naar Amsterdam ging.
In manden bracht hij hier een zeer gewild product in die dagen, namelijk beshulst – een siergewas – aan de man.
Jacob Cornelis is een bloemenman in hart en nieren, met name werden er veel Dahlia’s uit gezet en verkocht. Dit ging zo ver dat Jacob zelf een dahlia gewonnen had, deze heeft aangemeld als een nieuw ras en hiervoor een nummer, (het kwekersrecht) gekregen heeft. Met deze Dahlia wilde hij van deze bloem meerdere knollen kweken. Vanuit het land was hier al grote belangstelling voor.
Hij had inmiddels al wel een ras naam aangevraagd namelijk “Prins Bernard”.
Bij het bewaren tijdens de winterperiode zijn deze knollen jammer genoeg verloren gegaan en is helaas de “Prins Bernard” Dahlia nooit op de markt gekomen.
Ondanks de dagelijkse drukte heeft de familie ook nog een pleegkind Riekus in huis genomen. Ook hij groeide op tussen de bloemen en vond er aardigheid in hiermee te werken.
De drukke werkzaamheden maakte het ook noodzakelijk dat er een knecht kwam werken op de kwekerij. Naast de kwekerij had de familie ook nog een paar koeien om de wintermaanden te kunnen overbruggen, zo huurde Jacob voor deze koeien o.a. grasland Tussen de Verlaten en op Soeslo.
Wanneer de pinken[1] naar het grasland op Soeslo werden gebracht ging Jacob met zijn zoon Jan vaak na afloop nog eventjes aan bij Toos van de Zon,[2] café de Zunne het voormalig café langs de Heinoseweg.
De oorlog
De oorlog maakte een diepe indruk op Jacob van Ettekoven.
Over het spoorbaanvak langs zijn wachtershuisje kwamen in deze jaren treinen voor het vervoer van de Joden naar het kamp Westerbork.
Veel transporten moeten over de spoorbaan naast zijn huis zijn gegaan als we beseffen dat ruim 103.000 joden[3] vanaf Westerbork van 15 juli 1942 tot 4 september 1944 naar de vernietigingskampen gingen. Deze mensen gooiden vaak briefjes uit de treinen, hij vond deze in en nabij de sloten lang de spoorlijn die hij onderhield. De inhoud hiervan was zeer aangrijpend, zo aangrijpend zelf dat hij ze liever helemaal niet meer wilde lezen omdat ze zo’n emotionele impact op hem hadden.
In de oorlogsjaren kwam het oorlogsgeweld een keer erg dicht bij voor Jacob. Hij was bollen op de kwekerij aan het uitzetten en droeg waarschijnlijk een mand op zijn schouders. Op dat moment werd er door de Duitsers op hem geschoten, vermoedelijk werd hij aangezien voor een parachutist.
Jacob moest vluchten voor zijn leven. Op Herfterlaan 47, bij de familie Hulsebosch kon hij onderduiken. De Duitsers kamden het gehele gebied “De Veldhoek” uit, maar ze konden hem gelukkig niet vinden.
Op dolle dinsdag (5 september 1944) speelden zich in heel Nederland emotionele taferelen af naar aanleiding van de berichten dat het land nu elk moment bevrijd kon worden van de Duitse bezetting. De geallieerden hadden namelijk in de voorgaande dagen in hoog tempo terrein gewonnen. Op deze dinsdag kwam er een trein met terugkerende Duitsers tot stilstand op het baanvlak Zwolle-Meppel ter hoogte van het voorgenoemde wachtershuisje.
Terwijl Jacob dan tussen zijn oranje gekweekte Afrikanen aan het snijden is voor de bevrijdingsviering van Zwolle komen de Duitsers bij hem verhaal halen. Met een wapen gericht op hem vragen zij of die bloemen voor de koningin zijn! Omdat Jacob de kennis van de Duitse taal machtig was geworden zoals we hebben gezien in zijn jeugd in Roxel kon hij in vloeiend Duits antwoorden:
“Nicht fur die königin nur fur die floristik met verkauf fur die Damen”.
Een bevestiging op deze vraag aan de Duitsers zou zeker maatregelen tegen hem ingehouden hebben.
De spoorbaan kreeg in die tijd ook nog tijdelijk een andere functie, de Engelse bommenwerpers gebruiken het baanvak als navigatie naar hun doelen in Duitsland.
Wonen langs het spoor
Wonen nabij een spoorwegovergang bracht vele gevaarlijke situaties teweeg voor het gezin.
Er was een smalle uit spoorbielzen bestaande overgang (zie foto 3) die aansloot op de weg van de Buitenschool (De Ambelt).
Jan vertelt: “Soms als je niet goed oplette voelde je het zocht (zuigkracht) van de trein die vlak langs je heen ging, dan was je echt te dichtbij.. Ook kwam het voor dat je wachten moest voor de trein, en je wilde dan snel oversteken, maar je kwam gelukkig net op tijd tot het besef dat er ook nog een trein van de andere kant kwam. Wij mochten gebruik maken van het fietspad langs het spoor. Echter ’s-Avonds mocht je hier geen rood licht voeren. Als zevenjarig of achtjarig jochie fietste je langs de spoorlijn om zo de Herfterlaan te bereiken. Het was allemaal achteraf gezien erg gevaarlijk en heden ten dage ondenkbaar, maar gelukkig is het allemaal goed gegaan in die jaren”.
Jan vertelt verder: “Op een dag loopt er iemand langs de spoorlijn, mijn moeder en ik zagen hem aan de overzijde van de spoorbaan voor ons huisje staan. Hij nam alle tijd daar, we vonden dat erg vreemd. Als je de foto van de wachterswoning (foto 3) bekijkt, dan zie je in de zijgevel achter het raam de schaduw van mijn moeder en ik die daar staan te kijken.
Later bleek er niet zoveel aan de hand te zijn, het bleek een fotograaf van de Nederlandse Spoorwegen Roelf Ankesmit te zijn die op een voorbij gaande trein zat te wachten om dan ons huisje met die trein samen te fotograferen. Dit was ongeveer in 1960”. (zie foto 3)
[1] Een eenjarig rund dat qua leeftijd zit tussen kalf en volwassen rund.
[2] Het cafébedrijf aan de Heinoseweg van Gait en Toos Reuverkamp, uitbaters van de Zunne deed dienst tot 1970). Zie website historisch Wijthmen, de Heinoseweg vroeger
Het bedrijf komt de oorlog door en lijkt zich voorspoedig te ontwikkelen, maar dan breekt het jaar 1959 aan. Een jaar met veel zon en weinig neerslag. Door het weinige water dat in die periode voorhanden is kunnen de gekweekte plantjes niet overleven, ze verdrogen of verbranden op het land in de felle zon.
De toestand van het bedrijf is dan zorgelijk.
In het najaar besluit Jacob de bloemkwekerij niet meer op te starten, maar gaat – net zoals zijn vader Antonie dit vroeger gedaan had in Duitsland – in de omgeving van Zwolle zorgdragen voor de aanleg en onderhoud van tuinen in de particuliere sector.
In het jaar 1966 wordt de wachterswoning langs het spoor onbewoonbaar verklaard en snel afgebroken. De wachterswoning had dan zo’n 80 jaar dienst gedaan.
De familie verhuist dan naar de Klaproosweg in Westenholte om haar werkzaamheden daar voort te zetten.
In 1974 in het overlijdensjaar van Jacob heeft zoon Jan de bloemisterij inmiddels overgenomen en gaat verder in de voetsporen van zijn vader als een volledig zelfstandig ondernemer.
In 1981 is hij helemaal bloemenspecialist en heeft in het centrum van Zwolle bij de Broerenkerk ruim 35 jaar lang een permanente standplaats evenals op de marktplaats in Westenholte gehad.
Hierna wordt het bedrijf tot op heden in afgeslankte vorm voortgezet.
De bloemen worden op diverse bloemenveilingen in Nederland ingekocht.
Het digitale tijdperk heeft dan ook hier zijn intrede gedaan en via de webwinkel[1] AAbloemist van Ettekoven en ook een Facebookpagina worden de bloemen nu op velerlei manieren aan de man gebracht.
De webwinkel van het bedrijf vermeld “Liefde voor het vak” is de drijfveer van AAbloemist van Ettekoven. Bloemen lopen als een rode draad door de geschiedenis van deze familie en inderdaad vanaf Antonie van Ettekoven tot zijn achterkleinkind Jan van Ettekoven zijn bloemen het middelpunt geweest in de nu ruim honderd jarige geschiedenis van deze familie.
[1] Info webwinkel AAbloemist van Ettekoven
De Tijdlijn
1887
Bouw van het wachtershuisje aan de Herfterlaan 49.
1905
Op 20 juli 1905 wordt in Utrecht geboren Jacob Cornelis van Ettekoven, zoon van Antonie van Ettekoven en Johanna Geertruida-Woudenberg.
1905+
Verhuizing van Antonie van Ettekoven met zijn vrouw Johanna Geertruida van Ettekoven-Woudenberg en zoon Jacob naar het dorpje Roxel nabij Muster in Duitsland.
Ca. 1914
De familie van Ettekoven keert terug naar Nederland en komt na wat omzwervingen terecht het buurtschap Berkum nabij de Nieuwe Vecht bij de Catherina Hoeve aldaar.
1927
Het wachterswoning langs de baan Zwolle-Meppel is overbodig geworden door het elektrificeren van het baanvlak. Het kan ook zijn dat het afstoten van het huisje door der NS niet de elektrificatie was maar iets anders? Wikipedia meld dat de elektrificatie pas in 1952 heeft plaatsgevonden.
1934-1935
De familie van Ettekoven weet het overbodig geworden wachterswoning van de spoorwegen te huren voor bewoning.
1938
Na een afnemende gezondheid komen Antonie van Ettekoven en zijn vrouw Johanna Geertruida Woudenberg in een tijdsbestek van zes weken te overlijden.
Zoon Jacob neemt de bloemenkwekerij over.
1940
Jacob van Ettekoven treed in het huwelijk met Jennigje Schiphorst uit Hoonhorst in de gemeente Dalfsen.
1945
Geboorte van Anton van Ettekoven op 07-01-1945, overleden op 14-04-1945, dochter van Jacob van Ettekoven en Jennigje van Ettekoven-Schiphorst.
1946
Geboorte van de tweeling Tonnie en Annie van Ettekoven op 06-02-1946,
Annie overleden op 09-02-1946, dochters van Jacob van Ettekoven en Jennigje van Ettekoven-Schiphorst.
1948
Geboorte van Anne van Ettekoven op 19-01-1948, dochter van Jacob van Ettekoven en Jennigje van Ettekoven-Schiphorst.
1950
Geboorte van Jantina van Ettekoven op 02-09-1950, overleden op 12-11-1950, dochter van Jacob van Ettekoven en Jennigje van Ettekoven-Schiphorst.
1952
Elektrificatie baanvak Zwolle-Meppel, Meppel-Leeuwarden, Meppel-Groningen.
1953
Geboorte van Jan Cornelis van Ettekoven op 15-04-1943, zoon van Jacob van Ettekoven en Jennigje van Ettekoven-Schiphorst.
1959
Door één van de droogste jaren van de vorige eeuw waarin de gewassen verdrogen en verbranden op het land besluit Jacob met de bloemisterij te stoppen en gaat tuinen aanleggen en verzorgen in de particuliere sector.
1966
De voormalig wachterswoning is onbewoonbaar verklaard en werd na de verhuizing van de familie
Van Ettekoven afgebroken. Het wachterswoning had dan zo’n 80 jaar bestaan.
1974
Overlijden van Jacob Cornelis van Ettekoven op 2 december 1974, zoon Jan neemt de bloemisterij over.
1993
Op 5 mei overlijden van Jennigje Ettekoven Schiphorst, vrouw van Jacob van Ettekoven.
1980-2020
Zoon Jan van Jacob van Ettekoven gaat de voormalige bloemisterij weer opnieuw opstarten in 1980. Zelf verbouwen is er niet meer bij. De bloemen worden op diverse veilingen in Nederland ingekocht.
Het doel van de wachterswoning
De nummering van de woningen is meestal volgens de kilometrering van de lijnen. Wat betreft het gerelateerd zijn aan de kilometerligging is het zo dat wachtershuisjes en woningen geplaatst werden op onderlinge afstanden van 1 á 2 km. Het is niet zo – in tegenstelling tot bijvoorbeeld bovenleidingportalen – dat een woning het kilometercijfer draagt van de plaats waar de woning staat.
Wachterswoningen en wachthuisjes waren met name ook bedoeld voor de baanwachters die regelmatig de baan moesten schouwen. De vereiste wegwachterswoningen en –huisjes, zo zegt hoofdstuk VI van Instructie 5 betreffende de Staatsspoorwegen d.d. 26-9-1860, werden bij voorkeur geplaatst bij overwegen, bruggen en wissels. Woningen werden opgericht op de punten die meer dan 2000 m. van bewoonde plaatsen verwijderd zijn. Anders kan worden volstaan met een wachthuisje. Het ARD van 1875 schrijft nog voor dat de baan minstens drie keer per dag geschouwd moet worden.
We denken nog wel eens dat woningen altijd bij overwegen staan, maar zoals bijvoorbeeld langs Nijmegen – Cuijk zijn en waren er diverse woningen waar geen overweg in de buurt te bekennen was.
Als er veel bruggen en/of overwegen waren kwamen er meer woningen.
Klik voor deze link op meer informatie:
http://www.nicospilt.com/index_woningen.htm
Klik voor deze link op meer informatie:
Wachterswoningen:
https://www.hetkamperlijntje.nl/het-personeel-van-het-kamperlijntje/wachterswoningen
Fotoverantwoording:
Opmerkingen:
We proberen zoveel mogelijk alle betrokkenen die op enigerlei wijze hebben bijgedragen aan dit artikel te benoemen. Hoewel van diverse onderdelen het eigendomsrecht niet kon worden achterhaald kan een ieder die van mening is enig recht te kunnen ontlenen aan de inhoud van dit artikel contact met ons opnemen. We kunnen dan uw naam vermelden of het onderdeel op uw verzoek onmiddellijk verwijderen van de site .Uw privacy willen wij altijd garanderen, echter op sommige gedeeltes van deze site worden namen van enkele personen geplaatst. U kunt ons altijd aangeven indien U dit niet wenselijk acht. Wij zullen dan uw naam direct van deze site verwijderen.
Heeft u bij het lezen van bovenstaande teksten onjuistheden geconstateerd zowel inhoudelijk als tekstueel dan houden wij ons graag aanbevolen voor deze opmerkingen. Heeft U misschien aanvullingen op dit artikel, ook dan houden wij ons aanbevolen.
Via de site linksonder kunt U uw opmerkingen aan ons doorgeven. Onze dank hiervoor.
Samenstelling: Gerard Hülsmann
Publicatie 27 januari 2021